Beschrijving:
Dotterbloemgraslanden zijn drassige hooilanden al of niet met nabeweiding. Er is steeds invloed van het grondwater, dat zowel basenarm als basenrijk kan zijn. De bodem is vrij voedselrijk en gewoonlijk groeien de planten weelderig met talrijke, mooie bloemen. Het Dottergrasland is sterk achteruitgegaan in Vlaanderen en heeft een duidelijke natuurbehoudswaarde. Van de talrijke kenmerkende soorten kunnen we vermelden: Echte koekoeksbloem, Grote ratelaar, Brede orchis, Bosbies, Dotterbloem en Tweerijige zegge.
Natuurbeheer:
Het beheer van een reeds goed ontwikkeld dotterbloemgrasland bestaat uit 1 of 2 keer maaien per jaar. De meer productieve dotterbloemgraslanden worden 2 keer gemaaid. Een 1ste keer maai je in juli, een 2de keer in september. Indien het dotterbloemgrasland niet zo productief is kan 1 keer maaien begin september volstaan. Belangrijk is dat het gras kort de winter in gaat. Als de hergroei na de 1ste maaibeurt te lang wordt en plat valt zorgt deze voor verstikking van de minder krachtige soorten. Als dit het geval is volstaat één maaibeurt niet. Een alternatief voor de 2de maaibeurt is nabegrazing.