Natuurstreefbeeld: Blauwgrasland (6410_mo)

Blauwgraslanden of vochtige schraallanden zijn onbemeste, één keer per jaar gehooide graslanden die 's winters plasdras staan en 's zomers oppervlakkig uitdrogen. Ze danken hun naam aan de aspectbepalende blauwachtige kleur door de aanwezigheid van soorten als Pijpenstrootje, Blauwe zegge, Zeegroene zegge, Blonde zegge, Tandjesgras en Blauwe knoop. Blauwgraslanden kunnen echter ook bruin ogen door de aanwezigheid van mossen en soorten als Biezenknoppen. Vertegenwoordigers op minerale bodems zijn veel bloemrijker dan hun tegenhangers op meer venige bodem. De blauwgraslanden met basenarme kwel (6410_ve, bwk: hmm), ook veldrusgraslanden genoemd, zijn graslanden met als kenmerkende soorten Kranskarwij, Kleine schorseneer, Klimopklokje en Klein glidkruid. Blauwgraslanden die kalkrijker zijn kan je herkennen aan soorten als Bosorchis, Grote muggenorchis en Betonie (6410_mo, bwk: hme).

 
Dit natuurstreefbeeld komt overeen met het Europees beschermd habitat Blauwgrasland (6410).