Habitat:
Paardenbloemen behoren in onze flora, samen met de bramen, tot de moeilijkste soortengroepen. Het geslacht paardenbloem bestaat uit talrijke microsoorten die zeer moeilijk van elkaar te onderscheiden zijn en waarvan de taxonomische waarde soms wordt betwist. Die microsoorten ontstaan doordat paardenbloemen vruchten vormen zonder bevruchting: seksuele voortplanting is bij paardenbloemen een uitzondering. Alhoewel bepaalde groepen van paardenbloemen vrij duidelijk te onderscheiden zijn en een duidelijk verschillende ecologie hebben, is de kennis van die groepen bij de meeste plantenkenners onvoldoende om een goed beeld te bekomen van de verspreiding en de abundantie van die groepen. Er is daarom gekozen om slechts één kaartje van alle paardenbloemen samen te presenteren. Paardenbloemen komen in een wijde range van open biotopen voor. Een aantal microsoorten zijn gebonden aan specifieke halfnatuurlijke habitats, zoals kalkrijke, schrale duingraslanden, natte onbemeste graslanden en moerassen enz. De meeste komen voor in min of meer verstoorde milieus zoals bemeste graslanden, wegbermen, randen van wegen en paden, braakland en zelfs verharde voetpaden.