Neofyten zijn plantensoorten die tot de wilde flora van een gebied gerekend worden, maar hier pas ingeburgerd zijn na het jaar 1500. Archeofyten daarentegen zijn plantensoorten die zijn ingevoerd (bewust of onbewust) voor het jaar 1500. Ze zijn dus reeds lang aanwezig in onze streken. Voorbeelden van archeofyten zijn Tamme kastanje, Grauwe els en Korenbloem. Voorbeelden van neofyten zijn : Robinia en Amerikaanse vogelkers in bossen, Kalmoes en Reuzenbalsemien aan oevers, Smalle waterpest en Grote waternavel in het water en het mos Grijs kronkelsteeltje op open zand.