Beschrijving:
Grote vossestaart is een middelhoge tot hoge, lichtgroene, overblijvende plant. Als eerste gras in graslanden en bermen, begint hij in april te bloeien, nog vóór Reukgras. Op de lentebloei volgt soms nog een beperkt nabloei in zomer en herfst. Voor vorst is hij heel weinig gevoelig. Onder zeer voedselrijke en tevens vochtige omstandigheden is Grote vossestaart zeer concurrentiekrachtig, waardoor zijn begroeiing dikwijls soortenarm is.
Beheer:
Onder zeer voedselrijke en tevens vochtige omstandigheden is Grote vossenstaart zeer concurrentiekrachtig en tevens vroeg in het jaar opschietend, waardoor zijn begroeiing dikwijls soortenarm is. Op dergelijke plaatsen groeien slechts weinig soorten die voor het natuurbehoud interessant zijn. We zitten dan met een fase 2 grasland, gedomineerd door Grote vossenstaart. Door vroeg genoeg te maaien kan je de dominantie doorbreken om zo een hogere biodiversiteit te bereiken.
Habitat:
Grote vossenstaart is algemeen tot vrij algemeen in Vlaanderen, maar de plant vertoont een duidelijke voorkeur voor de vochtige, voedselrijke en zware bodems : leem en klei die van nature voedselrijk zijn ofwel na bemesting. In zandgebieden komt hij meer voor dan vroeger door de sterke bemesting vanuit de landbouw. Zijn natuurlijk gebied zijn de valleien van de grote rivieren, waarbij de soort zeer resistent is aan overstromingen, zelfs in het groeiseizoen. Het groeit hier in een zone die vochtiger is dan de zone met Glanshaver. Het is een soort van hooilanden ,hooiweiden, dijken en bermen, dus minder op weiden. Onder meer begraasde omstandigheden treden Fioringras en Geknikte vossenstaart op gelijkaardige standplaatsen meer op de voorgrond. Deze soorten vormen immers lange uitlopers en opstijgende halmen. We vinden Grote vossenstaart eveneens in beperkte mate in ruigtes, langs bosranden en in lichte loofbossen.