Beschrijving:
Dit natuurstreefbeeld omvat de zuurminnende Eiken-Berkenbossen op zeer voedselarme zandgronden met Zomereik, Ruwe en Zachte berk, vaak gemengd met Wilde lijsterbes en Ratelpopulier. In mindere mate komen ook Wintereik en Beuk voor. De struiklaag is zwak ontwikkeld en bevat Sporkehout en berk en verder ook sporadisch Wilde lijsterbes. De kruidlaag is arm en bestaat vooral uit Bochtige smele, Blauwe bosbes, Struikhei en andere grassen en kruiden van zure bodems. Dit natuurstreefbeeld komt overeen met het Europees beschermd habitattype met code 9190.
Dit natuurstreefbeeld is o.a. zeer belangrijk voor de vogelrichtlijnsoorten Middelste bonte en Zwarte specht en Wespendief en verder ook voor een groot aantal vogels van structuurrijke loofbossen (o.a. Fluiter, Bonte vliegenvanger, Boomklever, Boomkruiper, Appelvink, Bosuil).
Onderhoudsbeheer: Oud Eiken-Berkenbos (9190)
Het onderhoudsbeheer van dit natuurstreefbeeld bestaat uit een regulier duurzaam bosbeheer. Waarbij voldoende dunnen gewenst is zodat het een open en lichtrijk bos blijft.
-
BosomvormingSluiten
Bosomvorming
Door bosomvorming kan een jong naaldhoutbestand op termijn worden omgevormd naar een Eiken-Berkenbossen, op voorwaarde dat de bodem uit voedselarm zand bestaat. Het zal natuurlijk lang duren voordat dit een Oud Eiken-Berkenbos is. Meer informatie over beheermaatregel in bossen vind je hier.
Omvorming naar een aanplant van dennenSluitenOmvorming naar een aanplant van dennen
Omvorming van oude Eiken-Berkenbossen naar dennenaanplantingen is niet gewenst. Oude Eiken-Berkenbossen zijn natuurlijke inheemse soortenrijke bossen welke we niet wensen om te zetten naar een dennenaanplant.
-
Natuurlijke successie terugdraaienSluiten
Natuurlijke successie terugdraaien
Indien er zich een Eiken-Beukenbos heeft gevormd is het omvormen naar een Eiken-Berkenbos moeilijk en niet wenselijk. Door het verwijderen van de bosbodem en de strooisellaag is het wel mogelijk, maar dit is niet wenselijk.
Natuurlijke successie door rijping van de bosbodem.SluitenNatuurlijke successie door rijping van de bosbodem.
Alleen op zeer arm zand zal het Eiken-Berkenbos blijven bestaan. Op minder arme bodems zal de strooisellaag uiteindelijk zorgen voor een wat rijkere bodem met een dikkere humuslaag. Hierdoor zal dit bostype evolueren naar een Eiken-Beukenbos op zure bodem. Dit is een traag proces dat 100 jaar of meer kan duren.
Natuurbeheer:
Een klassiek hooghoutbeheer, dat aan de voorwaarden van een duurzaam multifunctioneel bosbeheer voldoet, en dat rekening houdt met de natuurlijke karakteristieken en vereisten van het bostype, kan verenigbaar zijn met het behoud en de ontwikkeling van het habitattype. Specifieke beheermaatregelen omvatten o.a. zoomen mantelbeheer, open-plekken-beheer, omvormingsbeheer van aanplanten van naaldhout en Amerikaanse eik, exotenbestrijding en maximaal behoud van dikke bomen en dood hout.
Dit natuurstreefbeeld is lokaal in goede staat als het aan de criteria van de LSVI-tabellen voldoet. De LSVI-tabel voor dit natuurstreefbeeld (Natura2000-habitat) kan je terugvinden in dit rapport van het inbo.
Bedreigingen:
- In het verleden zijn vele bossen door overbegrazing en kappen geëvolueerd naar heide, waardoor oud en goed ontwikkeld bos zeer zeldzaam is. Later werden deze heidegebieden vaak beplant met dennen. Hierdoor zijn zowel heide als oud bos zeldzaam geworden.
- Atmosferische depositie en inspoeling van meststoffen van aangrenzend landbouwgebied leiden tot eutrofiëring en verzuring.
- Drainage of ontwatering leidt tot verdroging (vochtige variant).
- Intensieve recreatie brengt verstoring en degradatie met zich mee.
- De struiklaag wordt vaak gekoloniseerd en overwoekerd door Amerikaanse vogelkers. Oude bossites zijn vaak ingeplant met Grove den en exoten als Corsicaanse den, Tamme kastanje, Amerikaanse eik, Lork en Douglasspar. In bossen met een voormalige parkinvloed of vertuining kan (veel) Rododendron voorkomen
- Grootschalig en/of intensief kapbeheer met grondbewerking, heraanplant en overexploitatie leiden tot habitatdegradatie met weinig oude bomen en dood hout en een zwakke structuurontwikkeling.
- Versnippering.
- Een te hoge wildstand (Ree) bemoeilijkt natuurlijke verjonging.