Veldkrekel

Gryllus campestris

Beschrijving: 

De veldkrekel komt in onze regio vooral voor aan randen van stuifzanden en droge heide, in een vrij lage, dichte grasvegetatie. De soort heeft een voorkeur voor een vegetatie met veel graspollen, maar minstens 20-33 procent van de biotoop moet bestaan uit onbegroeide bodem. De open zandige plekken worden door de jonge dieren gebruikt voor opwarming. In het nimfenstadium van de Veldkrekel is de aanwezigheid van veel kleine insecten als voedselbron belangrijk.  Het is een voorjaarssoort die vooral actief is van mei tot juli. Het is een honkvaste soort die niet in staat geacht mag worden om grote afstanden te overbruggen.

Beheer: 

De Veldkrekel is gebaat bij het behoud van open, schrale en grazige vegetaties met open plekken. Periodieke verstoring van de bodem lijkt gunstig voor de soort. Dit kan bereikt worden door plaggen, maar ook na boskap kan tijdelijk geschikt biotoop voor de veldkrekel ontstaan. Extensieve begrazing kan ook zorgen voor een goede vegetatiestructuur. Voor de veldkrekel is het dus van belang gefaseerd maaibeheer en kleinschalig plaggen te combineren om zo een open bodem te behouden. Maar omwille van de geringe mobiliteit van de veldkrekel, is het verbinden van de bestaande leefgebieden wellicht de belangrijkste maatregel.