Belangrijk voor deze bossoort is een bosbeheerd dat bodemverdichting vermijdt, boomsoorten mengt en boomsoorten gebruikt die zorgen voor een goede bladvertering zoals Zomerlinde, Winterlinde en Gewone es. Zo blijft de mull humus bestaan. Wanneer er enkel Zomereik en Beuk wordt aangeplant kan het zijn dat de bosbodem zuurder wordt door het slecht verterende strooisel maar ook door de zure depositie vanuit de lucht. Op zuurdere bosbodems zal Gevlekte aronskelk verdwijnen.
In jonge bossen, houtkanten en heggen is Gevlekte aronskelk een van de eerste " oude bosplanten " die verschijnt. Het is dan ook een minder goede indicator voor oud bos, maar duidt bij jonge bossen op het stilaan ontstaan van een bosklimaat.
Het areaal van gevlekte aronskelk is grotendeels beperkt tot West- en Midden-Europa. Noordwaarts reikt het areaal tot Schotland en Denemarken, oostwaarts tot Polen, Slowakije, Roemenië en Bulgarije. In Zuid-Europa is de soort zeldzaam en komt ze hoofdzakelijk in berggebieden voor (o.a. in de Pyreneeën, Italië en de Balkan). Behalve in de Ardennen, is de plant overal in Wallonië overal vrij algemeen tot algemeen.
Gevlekte aronskelk is een algemene soort in Vlaanderen, maar haar verspreiding is hoofdzakelijk beperkt tot de Leemstreek en de Maasvallei. Het aantal vindplaatsen van gevlekte aronskelk in Vlaanderen schijnt toegenomen te zijn, vooral in het westen van het verspreidingsgebied. Dat kan verband houden met een hogere inventarisatiegraad. Toch hebben we de indruk dat de soort er wel degelijk is op vooruitgegaan of minstens goed heeft standgehouden. In tegenstelling tot heel wat andere bosplanten doorstaat gevlekte aronskelk in vele gevallen met glans bemesting en verruiging van zijn standplaatsen. Vanuit bestaande groeiplaatsen breidt ze soms vrij snel uit naar aanpalende jonge bossen.
Gevlekte aronskelk groeit vooral in schaduwrijke, relatief voedselrijke loofbossen met een luchtige en kruimelige, goed verterende humus, op neutrale tot kalkrijke, zandlemige, lemige of kleiige bodems. Het is een soort die even goed op jonge als op oude, vochtige tot natte bodems gedijt. Ze komt zowel in valleibossen voor als in eiken-essenbossen en beukenbossen met Wilde hyacint. Vooral in reliëfrijke bosgebieden kan gevlekte aronskelk vrij massaal groeien op afgespoeld materiaal aan de voet van hellingen. In alluviaal bos staat de soort dan weer vrij vaak op plekken waar aangespoeld materiaal is blijven liggen. Stagnerend ondiep grondwater of langdurige overstroming verdraagt ze slecht. Buiten het bos groeit gevlekte aronskelk ook wel eens aan de voet van schaduwrijke holle wegen of in wat bredere hagen en houtkanten op hellingen. Op zeer lichtrijke standplaatsen kwijnt de soort weg. Bij permanente ontbossing verdwijnt ze vrij snel. Gevlekte aronskelk kan ook als stinsenplant voorkomen in parken en tuinen.
Ga op zoek naar één of meerdere bomen die voldoen aan jouw criteria.
Wat weet jij over natuur, natuurbeheer en -beleid? Een overzicht van onze populairste testen.