Grasklokje

Campanula rotundifolia

Beheer: 

Grasklokjes zijn soorten van vrij schrale graslanden. Het vermijden van vermesting is dan ook noodzakelijk, want in voedselrijke situaties kunnen ze de concurrentie niet aan met forse planten. Een goed graslandbeheer voor Grasklokjes bestaat uit het begrazen van de vegetatie in de zomer of het najaar. In gehooide graslanden komt Grasklokje ook voor maar hij doet het daar vaak minder goed.

Habitat: 

Grasklokje groeit in graslanden op droge, voedselarme tot matig voedselrijke, droge zandbodems, maar wordt ook op (droge) zandleem-, leem- en kalkbodems aangetroffen. Momenteel ontbreekt de soort in Vlaanderen volledig op zeeklei en in duinzand. Grasklokje is tamelijk indifferent ten opzichte van de zuurgraad van de bodem. De soort gedijt vooral in begraasde terreinen. In gehooide vegetaties doet grasklokje het over het algemeen minder goed. Vaak overleven relictpopulaties op plaatsen waar helemaal geen beheer wordt gevoerd, maar waar wel sprake is van accidentele konijnenbegrazing of betreding.