Natuurstreefbeeld: Brem- en gaspeldoornstruweel (rbbsg)

Beschrijving: 

Geïsoleerde struwelen, gedomineerd door Brem en/of Gaspeldoorn worden tot de rbbsg gerekend. In de meeste gevallen echter gaat het om lijnvormige vegetaties in bermen of bosranden, of in complex met grasland, heide of open plekken in bos, in dit geval gaat het niet om rbbsg.

Brem is een pionierstruweelsoort van voedselarme gronden. Op plaatsen waar beheer zoals begrazing, maaien, of plaggen wegvalt in heides of in voedselarme graslanden op zandige bodems, kan er houtopslag komen. Samen met Grove den, Ruwe berk, Zachte berk, Zomereik, Gaspeldoorn, … kan Brem zich hier vestigen. Wanneer Brem en/of Gaspeldoorn dominant voorkomt, hebben we te maken met een brem- en/of gaspeldoornstruweel.

Natuurbeheer: 

Brand heeft een positief effect op het vestigen van deze bremstruwelen. De struwelen hebben vaak maar een korte levensduur en worden snel opgevolgd door braamstruwelen op arme gronden, en op rijkere standplaatsen gaan zij over naar doornstruwelen.
Onder extensieve begrazing kan verjonging van brem plaatsvinden (Van Kerckvoorde et al., 2007) Bij overgangen van heide naar bos en aan de rand van heiden kan bremstruweel ontwikkelen. Als het maai- of graasbeheer achterwege blijft in de heischrale delen op kalkhellingen kan brem opslaan en evolueren naar struweel. Deze kunnen verder evolueren naar eiken-berkenbossen.