Blauw glidkruid

Scutellaria galericulata

Beschrijving: 

Blauw glidkruid heeft zoals alle lipbloemigen een vierkante stengel en tegenoverstaande bladeren. De bladeren zijn langwerpig driehoekige met een hartvormige voet. De bladrand is gekarteld.
De blauwe bloemen staan per twee. De bovenste en de zijdelingse kroonslippen neigen samen en vormen de bovenlip, de onderlip is licht gekarteld. De kroonbuis is lang trechtervormig en steekt ver uit de kelk uit.
De kelk bestaat uit twee lippen waarvan de bovenste lip een omhooggerichte holle uitstulping vertoont Dit is een typisch kenmerk voor het glidkruidgeslacht (Scutellaria). 

Verwarring mogelijk met:

Klein glidkruid heeft witroze bloemen en bladeren die bovenaan gaafrandig zijn en onderaan 1 tot 3 tanden hebben. Soms vind je ook Blauw glidkruid met lichtroze bloemen, dus de bladrand is het beste herkenningskenmerk.

Hondsdraf heeft blauwe lipbloemen die soms per twee staan maar meestal zijn er meer bloemen in een krans. Het blad van Hondsdraf is niet zo langwerpig van vorm als dat van Blauw glidkruid.

Beheer: 

Zoals vele soorten van vochtige ruigtes en moerassen staat Blauw glidkruid in bloei in de zomer. Maaien doe je in september en indien de vegetatie niet te ruig is doe je dit om de 2 of 3 jaar. Zowel in de vochtige ruigtes, moerassen als broekbossen is het belangrijk dat de waterstand hoog genoeg blijft.  

Habitat: 

Blauw glidkruid is een soort van moerasvegetaties: moerasbos, verlandingsvegetaties, ruigten en in mindere mate natte graslanden. Daarnaast groeit ze ook net boven de waterlijn in antropogene milieus, zoals kaaimuren of breuksteenbestortingen van rivieren en kanalen. De waterkwaliteit is niet erg belangrijk, en de bodemtextuur evenmin, maar brak water wordt gemeden.