Beheer:
In bossen waar bosgierstgras groeit is dit geen veeleisende soort. Een normaal multifunctioneel bosbeheer is een goed beheer voor deze soort. Net zoals voor andere oud bosplanten en diersoorten die aan oud bos gebonden zijn kan je voor Bosgierstgras best nieuwe bossen aanplanten tegen oude bossen.
Habitat:
Bosgierstgras groeit voornamelijk in loofbos op vrij schaduwrijke, matig zure en vrij voedselrijke, lemige bodems. De soort staat er gewoonlijk op vochthoudende maar niet natte gronden, soms in beekbegeleidend bos, maar vaak in een bostype dat men vegetatiekundig als gierstgras-beukenbos aanduidt. Binnen een dergelijk bostype kan men het gras soms ook in vrij grote aantallen op kapvlakten waarnemen. Soms groeit bosgierstgras op wat kalkrijkere grond, maar dan wel op plaatsen waar de bodem oppervlakkig verzuurd is door de aanwezigheid van een dikke laag humus. Het is voornamelijk een oud-bossoort, die ook voorkomt in oude parkbossen en landgoederen. Het is niet onmogelijk dat het bij ons – in navolging van Groot-Brittannië – soms in parkbossen in Engelse landschapsstijl werd ingezaaid. Dat zou dan zowel om sierredenen als ten behoeve van de jacht op fazanten en duiven kunnen zijn gebeurd. Buiten het bos komt bosgierstgras weinig voor en houdt de soort moeilijk stand.