Beheer:
Grote lisdodde is een zeer dominante plant. Net zoals planten als Riet, Liesgras en Grote brandnetel kan Grote lisdodde op sommmige plaasten de vegetatie volledig domineren. Met zijn wortelstok gaat hij zich onder de grond uitbreiden. Wil je hem intomen moet je de wortelstokken verwijderen door ze uit te graven. Of je via beheer de soort gaat intomen hangt af van je beheerdoel.
Langs een aangelegde vijver of in een poel die vol Grote lidodde staan wordt deze plant soms verwijderd om plaats te geven aan andere soorten en terug open water te krijgen.
Habitat:
Grote lisdodde heeft een bredere ecologie dan kleine lisdodde in zoverre dat ze ook in voedselrijker en minder diep water gedijt. Zelfs in ‘s zomers uitdrogende sloten floreert de soort. Het is ook enigszins een storingssoort, die als pionier open, natte bodems koloniseert. Ze komt voor op allerlei slibhoudende tot pure mineraalbodems, in min of meer voedselrijk, stilstaand tot zwak stromend water: sloten, vaarten en rivieren, poelen, verlandende moerassen, moerasbos enz. De soort is minder gevoelig voor brak water dan kleine lisdodde.