Bouwen aan groenexpertise

Klein tasjeskruid

Teesdalia nudicaulis

is een indicator van een goede toestand voor

Natura 2000: Droge heide op jonge zandafzettingen (2310)

is een indicator van een goede toestand voor

Natuurstreefbeeld: Open graslanden op landduinen, subtype buntgras (2330_bu)

is een indicator van een goede toestand voor

Natuurstreefbeeld: Open graslanden op landduinen, subtype dwerghaver (2330_dw)

is een indicator van een goede toestand voor

Natuurstreefbeeld: Droge heide op jonge zandafzettingen (2310)

is een indicator van een goede toestand voor

Natuurstreefbeeld: Soortenrijke akkers (b*)

Hoogte plant

Minimaal:
3cm
Maximaal
20cm

Licht

Min:
licht
Max:
volle zon

Voedsel

Min:
voedselarm
Max:
voedselarm

Bloeiperiode

Vanaf:
april
Tot:
juni

Vocht

Min:
droog
Max:
droog

Bloemkleur

wit

Bestuiving

insektenbestuiving
Areaal:

Klein tasjeskruid komt alleen voor in West- en Midden-Europa. Het is te vinden van Portugal en het noordwesten van Spanje tot het zuiden van Noorwegen en Zweden, en tot Polen. In Wallonië komt klein tasjeskruid slechts her en der op zure bodems voor, vooral in de Ardennen en de Famenne en minder in de Leemstreek en Lotharingen. De soort gaat er achteruit (SAINTENOY- SIMON 1999).

Verspreiding in Vlaanderen:

Klein tasjeskruid is in Vlaanderen vrij zeldzaam en vertoont een sterke achteruitgang. Die is het opvallendst in de Kempen, de kern van het verspreidingsgebied in Vlaanderen. Het verdwijnen van schrale graslanden door omzetting naar naaldhout en cultuurgrasland is ongetwijfeld de belangrijkste oorzaak van de achteruitgang van de soort. Merkwaardig is dat klein tasjeskruid veel minder achteruit lijkt te zijn gegaan op de zandgronden in het Brugse Houtland, op de zandrug tussen Zelzate en Sint-Gillis-Waas, op de rivierduinen langs de Zeeschelde en op ontkalkte delen van de kustduinen. De groeiplaatsen in het Brusselse zijn daarentegen wel verdwenen.

Legende: vierkant 1939-1971, stip 1972-2004:
Verspreidingskaart
Kiemperiode:
vanaf Zomer tot Voorjaar
Gebruik:
geen nuttig gebruik
Bladseizoen:
voorzomergroen
Worteldiepte:
20cm
Levensvorm:
therofyt
Geslachtsverdeling:
tweeslachtig
Vruchttype:
doosvrucht
Vruchtkleur:
onopvallend
Verbreidingswijze:
wind
Indigeniteit:
inheems
Herkomst:
oorspronkelijk inheems
Grime-competitiewaarde:
0.00
Grime-stresswaarde:
0.00
Grime-ruderaliteitswaarde:
0.00
Ellenberg licht:
lichtplanten
Ellenberg vocht:
indicator van droge standplaatsen
Ellenberg pH:
sterke zuurindicator
Ellenberg voedselrijkdom:
zeer stikstofarme bodems
Ecologische amplitude:
smalle amplitude
Gebondenheid aan grondwater:
afreatofyt
Zuurtegraad bodem:
minimum zwak zuur tot maximum zwak zuur

Klein tasjeskruid is een pionier van voedselarme, zure, droge zandgronden. De soort groeit vooral op zonnige, open plaatsen in begroeiingen met mossen, korstmossen, fijn schapengras, buntgras en zandstruisgras. Andere begeleiders zijn vroege haver, zandblauwtje en zandzegge.

Habitatrichtlijn 2:
Nee
Habitatrichtlijn 4:
Nee
Beschermd:
Nee
Rode lijst:
kwetsbaar
Zeldzaamheid KFK-klasse:
132-228 kwartierhokken
In samenwerking met:
Auteur atlasteksten:
Wouter Van Landuyt
Referenties
  • Van Landuyt W., Hoste I., Vanhecke L., Van den Bremt P. Vercruysse W. & De Beer D. (red.) 2006. Atlas van de Flora van Vlaanderen en het Brussels gewest. Nationale Plantentuin en het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek i.s.m. Flo.Wer vzw.

Cursussen bij Inverde

Boeken