Bouwen aan groenexpertise

Wit bosvogeltje

Cephalanthera longifolia

is een indicator van een goede toestand voor

Natura 2000: Kalkrijke beukenbossen (9150)

is een indicator van een goede toestand voor

Natuurstreefbeeld: Kalkrijke beukenbossen (9150)

Hoogte plant

Minimaal:
15cm
Maximaal
45cm

Licht

Min:
volle schaduw
Max:
half schaduw

Voedsel

Min:
voedselarm
Max:
voedselarm

Bloeiperiode

Vanaf:
mei
Tot:
juni

Vocht

Min:
vochtig
Max:
vochtig

Bloemkleur

wit

Bestuiving

bijen, hommels e.a.
Areaal:

Wit bosvogeltje komt voor in de gematigde delen van West-, Centraal- en Zuid-Europa. Zuidelijk komt de soort voor tot aan de Middellandse Zee, noordelijk tot de zuidkusten van Scandinavië en Estland. In het zuidoosten is de soort aan te treffen tot aan de Kaukasus en meer noordoostwaarts tot Europees Rusland. In Wallonië is de soort verspreid te vinden in de Famenne, in Lotharingen en in de negentiende eeuw ook op de Sint-Pietersberg.

Verspreiding in Vlaanderen:

Wit bosvogeltje is in Vlaanderen altijd al een uiterst zeldzame soort geweest, die voor 1940 beperkt bleef tot de Voerstreek. Daar is de soort mogelijk verdwenen door een verandering in bosbeheer. Na 1971 zijn slechts drie vindplaatsen bekend, alle van zeer recente datum. Een groeiplaats ligt in het staatsnatuurreservaat De Westhoek in de ondergroei van kruipwilg- struweel (sinds 2001), een op een vergraven terrein bij Tielrode (sinds 1997) en een in de Antwerpse haven bij Ekeren (sinds 1999). Zowel in het Westhoekreservaat als in de Antwerpse haven gaat het om enkele 10-tallen exemplaren die reeds meerdere jaren stand houden. In Tielrode gaat het over slechts vier exemplaren. Op al die recente groeiplaatsen staat wit bos- vogeltje in de nabijheid van struiken of bomen (kruipwilg en populier). De groeiplaats in de Antwerpse haven en die in de Panne hebben een kalkrijke zandige bodem gemeen, de planten in Tielrode staan op een kleiige bodem.

Legende: vierkant 1939-1971, stip 1972-2004:
Verspreidingskaart
Gebruik:
geen nuttig gebruik
Bladseizoen:
zomergroen
Levensvorm:
geofyt
Geslachtsverdeling:
tweeslachtig
Vruchttype:
doosvrucht
Vruchtkleur:
onopvallend
Verbreidingswijze:
windstrooier
Indigeniteit:
inheems
Herkomst:
oorspronkelijk inheems
Grime-competitiewaarde:
0.00
Grime-stresswaarde:
0.00
Grime-ruderaliteitswaarde:
0.00
Ellenberg licht:
half-schaduwplanten
Ellenberg vocht:
indicator van droge tot matig vochtige standplaatsen
Ellenberg pH:
tussen matige zuurindicator en zwakke zuurindicator
Ellenberg voedselrijkdom:
stikstofarme bodem / matig stikstofrijke bodem
Ecologische amplitude:
smalle amplitude
Gebondenheid aan grondwater:
plaatselijke freatofyt
Zuurtegraad bodem:
minimumbasisch tot maximumbasisch

Wit bosvogeltje heeft een voorkeur voor kalkrijke hellingbossen, waar het voorkomt op licht beschaduwde plaatsen, liefst in bosranden en struweelzones. Vaak wordt wit bosvogeltje aangetroffen in mosrijke, oudere loof- en naaldbossen, soms ook op zeer vochtige plaatsen in bronbossen. In zeldzame ge- vallen komt de soort voor in kalkgraslanden, maar ook daar wordt de volle zon gemeden en zal het de zoom van struikge- was verkiezen.

Habitatrichtlijn 2:
Nee
Habitatrichtlijn 4:
Nee
Beschermd:
Nee
Rode lijst:
zeldzaam
Zeldzaamheid KFK-klasse:
1-17 kwartierhokken
In samenwerking met:
Auteur atlasteksten:
Bart Van de Vijver
Referenties
  • Van Landuyt W., Hoste I., Vanhecke L., Van den Bremt P. Vercruysse W. & De Beer D. (red.) 2006. Atlas van de Flora van Vlaanderen en het Brussels gewest. Nationale Plantentuin en het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek i.s.m. Flo.Wer vzw.

Cursussen bij Inverde

Boeken