Beschrijving:
Het Midden-Europese kalkrijke beukenbos komt in Vlaanderen slechts marginaal en matig ontwikkeld voor. Dit type komt van nature voor op warme, droge plaatsen, met zeer ondiepe bodems waar kalksteen dagzoomt (oa. bergen karstgebieden). Er is geen invloed van grondwater. In kalkrijke beukenbossen komen verschillende zeldzame orchideeënsoorten voor, naast enkele andere kalkminnende planten. Kenmerkende en vaak zeer zeldzame soorten van het kalkrijk beukenbos (en bijhorende boszomen) die in de Vlaamse voorbeelden voorkomen zijn: Bleek bosvogeltje, Vliegenorchis, Witte engbloem en Rode kamperfoelie.
Natuurbeheer:
Dit bostype is bijzonder zeldzaam en kwetsbaar en bevat zeer veel bedreigde soorten. Het is daarom niet geschikt voor een klassiek bosbeheer. Gezien dit type in onze bodem- en klimaatsomstandigheden geen climaxvegetatie vormt is een arbeidsintensief en vakkundig natuurgericht beheer vereist om het in stand te houden. Een optimaal beheer houdt in dat er regelmatig gekapt wordt in de boomlaag om die voldoende ijl te houden. Verder dient zeer regelmatig te worden gemaaid, strooisel verwijderd en zelfs ‘geplagd’, zodat voldoende minerale bodem aan de oppervlakte komt. Dauwbraam en vooral Klimop dienen uitgetrokken.
Dit habitattype is lokaal in goede staat als het aan de criteria van de LSVI-tabellen voldoet. De LSVI-tabel voor dit Natura2000-habitat kan je terugvinden in dit rapport van het inbo.
Bedreigingen:
- De typische orchideeën zijn gevoelig voor verdonkering en successie naar het habitattype 9130, waarbij Klimop en Braam toenemen.
- Onoordeelkundig (herstel)beheer vormt direct of indirect een bedreiging voor de fauna en flora. Intensieve recreatie leidt tot verstoring en het verdwijnen van zeldzame fauna en flora.
- Het uitsteken van zeldzame orchideeën leidt tot verdwijnen van typische soorten.
- Dit bostype is heel gevoelig voor inspoeling van nutriënten vanuit hoger gelegen plateaus en aangrenzende akkers.
- Grootschalig economisch bosbeheer (bv. bosexploitatie met grote machines, kaalkap, grondbewerking, monotone aanplant of aanplant van exoten) leidt tot habitatdegradatie.
- Een te hoge wildstand (Ree) verhoogt de druk op de rijke kruidenflora.