Welke ingrepen horen bij Pro Silva-beheer?

Binnen Pro Silva staat kleinschalig en geleidelijk ingrijpen voorop. Kaalkap wordt daarom vermeden. Er wordt pas overgegaan tot verjonging wanneer een opstand of een deel van het bos niet meer bijdraagt aan de doelen. Dit kan zijn omdat de bestaande bomen onvoldoende productierendement opleveren of de natuurwaarden te wensen overlaten. Groepenkap en uitkap zijn hierbij het meest gangbaar. Ook verjonging vindt individueel of in kleine groepen plaats. Daarbij wordt waar mogelijk gebruikgemaakt van natuurlijke verjonging. Om verjonging te bevorderen worden wel maatregelen zoals terreinvoorbereiding toegepast om een goed zaaibed te creëren. Aanplant wordt alleen in uitzonderlijke situaties toegepast, bijvoorbeeld om bepaalde inheemse soorten in te brengen die zich niet door natuurlijke verjonging zullen vestigen of wanneer de toekomstige houtproductiefunctie in gevaar dreigt te komen.

Het beheer is gericht op individuele bomen (en hun individuele functie). In de praktijk betekent dit dat er toekomstbomen worden geselecteerd, waarbij wordt gekeken naar stamkwaliteit, groei en vitaliteit en het bevorderen van menging. Bij dunningen worden de grootste concurrenten van de toekomstbomen verwijderd, zodat de toekomstbomen grote kronen kunnen ontwikkelen. Er wordt variabel gedund om structuurvariatie te bevorderen, waarbij in delen van een opstand veel wordt gedund en in andere delen weinig of niet. In het beheer worden geen ingrepen uitgevoerd die geen rendement opleveren. In de praktijk betekent dit dat er vaak wordt gewerkt met een omslagpunt.

In het beheer wordt bij voorkeur gebruikgemaakt van oogstmethoden die bodem en opstand zo min mogelijk beschadigen. Om de bodemvruchtbaarheid in stand te houden, wordt gestreefd naar het achterlaten van biomassa (tak- en tophout) in het bos. Waar nodig worden wilddichtheden gereguleerd om te zorgen dat ze in balans zijn met de draagkracht van het bos. Beheermaatregelen zijn daarnaast gericht op het bevorderen van variatie in bosstructuur en behoud van natuurwaarden, zoals:

  • Ruimte laten voor dood hout, holle bomen en oude bomen/boskernen
  • Instellen van beschermde gebieden en/of bosreservaten
  • Bescherming van bijzonder biotopen in het bos

Ten aanzien van recreatie en natuurbeleving wordt er binnen Pro Silva ook aandacht besteed aan voldoende afwisselende (bos)structuren, markante bomen en andere objecten. Om de vijf Pro Silva-uitgangspunten te waarborgen moet een beheerder het bos continu beoordelen op zowel opstandsniveau als bedrijfsniveau.

Bij Pro Silva wordt er gestreefd naar gemengde bossen met veel structuurvariatie. Daarnaast wordt er gebruikgemaakt van kleinschalige ingrepen en natuurlijke verjonging.
Bij Pro Silva wordt er gestreefd naar gemengde bossen met veel structuurvariatie. Daarnaast wordt er gebruikgemaakt van kleinschalige ingrepen en natuurlijke verjonging. (Praktijkboek Bosbeheer)

Andere beheerbenaderingen

Lectuur

Jansen, J., Boosten M., Cassaert, M., Cornelis, J., Thomassen, E., Winnock, M. (2018). Praktijkboek Bosbeheer. Uitgave van Inverde (Vlaanderen) en Stichting Probos (Nederland).