Reuzenbalsemien, oranje, tweekleurig en klein springzaad

Reuzenbalsemiengroep

Beschrijving: 

Reuzenbalsemien is een eenjarige plant met hoge broze, holle stengels met verdikte knopen die doorgaans rood gekleurd zijn. De lancetvormige bladeren staan kruisgewijs in kransen van 2 of 3, zijn 10-25 cm lang en fijn getand. De bladsteel en middennerf hebben meestal een rode kleur. De karakteristieke, tweezijdig symmetrische bloemen zijn 2-4 cm groot, wit tot roze (boven- en onderlippen hebben min of meer dezelfde kleur) en dragen een spoor. De vrucht is een doosvrucht die bij aanraking openspringt en de zaden tot 7 m ver weg katapulteert. Oranje, tweekleurig en klein springzaad onderscheiden zich van reuzenbalsemien door middel van de bladstand (verspreid i.p.v. tegenoverstaand) en bloemkleur (respectievelijk oranje, tweekleurig en geel).

Beheer: 

Reuzenbalsemien en oranje springzaad kan men lokaal eenvoudig bestrijden door het handmatig uittrekken van de planten voor de vruchtzetting. Hiervoor werkt men best een volledige zone af van stroomopwaarts naar stroomafwaarts. Nazorg is de jaren nadien essentieel. Het is van het grootste belang om vestiging van nieuwe populaties snel op te merken en te verwijderen vooraleer deze zich uitbreidt. Momenteel zijn grote delen van de zoetwaterschorren langs de Schelde bijvoorbeeld zodanig overwoekerd door reuzenbalsemien dat handmatige bestrijding zo goed als onmogelijk is geworden. Tweekleurig springzaad wordt tot nog toe zelden aangetroffen. Voor deze soort geldt een vroege detectie en snelle respons: meteen verwijderen voordat deze zich verder kan uitzaaien.

Habitat: 

Reuzenbalsemien komt vooral voor langs oevers van beken, grachten, vijvers, moerassen en waterlopen en op zoetwaterschorren. Regelmatig wordt reuzenbalsemien ook aangetroffen in bosranden en wegbermen. Oranje springzaad heeft een iets bredere habitatvoorkeur en werd in de Kleine Netevallei ook reeds aangetroffen in niet jaarlijks gemaaide, vlakdekkende vegetaties zoals moerasspirearuigtes. Tweekleurig springzaad werd in Vlaanderen tot nu toe enkel aangetroffen in bebouwde omgeving. Klein springzaad beperkt zich tot bossen.