Habitat:
Bochtige klaver vindt men in Vlaanderen vooral in wegbermen en langs taluds, dijken en spoorwegen. Als adventiefplant gedijt de soort ook op allerlei kunstmatige terreinen. Ze groeit vooral op droge, zandige tot lemige bodems. Qua zuurgraad komt ze bij ons eerder voor op neutrale tot kalkrijke gronden dan op wat zure. In droog, schraal grasland of in gradiëntrijke overgangen van grasland naar struweel – waar ze van nature thuishoort – wordt ze vandaag in Vlaanderen nog maar zelden gevonden. Vooral vroeger werd ze ook in loofbos gevonden, op tamelijk lichtrijke plekken of als zoomplant in de bosrand. Bochtige klaver is een warmteminnende soort, met een voorkeur voor naar het zuiden georiënteerde hellingen. Bemesting verdraagt de soort slecht: ze houdt van wat meer voedselarme omstandigheden. Deze klaversoort kan een zaadbank opbouwen.