Beschrijving:
Guldenroedes zijn kruidachtigen, met hoge, bebladerde stengels. De scheuten boven de grond sterven jaarlijks af, de ondergrondse wortelstokken overleven. De kleine gele bloeihoofdjes staan in een kenmerkende wijde piramide vormige pluim. De kleine vruchtjes die in het najaar massaal worden gevormd dragen zaadpluis waarmee ze door de wind worden verspreid. Het onderscheid tussen de twee soorten gebeurt hoofdzakelijk aan de hand van de beharing op stengels en bladeren.
Beheer:
Chemische bestrijding in het voorjaar (planten max. 15 cm hoog) gevolgd door een maaibeheer blijkt momenteel het meest effectief. Op plaatsen waar chemische bestrijding niet is aangewezen kan gekozen worden voor afdekken met een donkere folie of voor begrazing. Afhankelijk van de grootte van de infectie en van de doelstellingen op de locatie kan men ook opteren voor een maaibeheer waarbij wordt voorkomen dat de planten in bloei komen of wordt aanwezigheid en bloei getolereerd (nectarplant).
Habitat:
Guldenroede soorten kunnen in zeer veel habitats overleven. Meestal komt men deze tegen in wegbermen, langs oevers van grachten en waterlopen en in bosranden. Late gulderoede heeft de voorkeur voor vochtige omstandigheden terwijld Canadese guldenroede ook gedijt onder drogere omstandigheden.