Kruipwilg

Salix repens

Habitat: 

Er worden verschillende ondersoorten van kruipwilg onderscheiden in Vlaanderen, maar ze zijn niet steeds even gemakkelijk te herkennen. Subsp. repens en subsp. dunensis zijn vrij gemakkelijk uit elkaar te houden en komen beide frequent voor, hoewel ook hier overgangsvormen bestaan. Subsp. galeifolia werd slechts door enkele waarnemers gesignaleerd en is een dubieus taxon. Subsp. angustifolia werd door iets meer mensen vermeld, maar er is geen goed herbariummateriaal van en de waarnemers voelen zich in de meeste gevallen niet erg zeker van de determinatie. Er zijn diverse kruisingen met kruipwilg mogelijk. De kruisingen met katwilg of grauwe wilg worden nogal eens in de duinen aangetroffen en de kruisingen met grauwe, geoorde of grauwe x geoorde wilg (een drievoudige bastaard!) worden af en toe in de Kempen of in de Zandstreek gemeld. Al die kruisingen zijn echter veel zeldzamer dan de zuivere soort. Kruipwilg heeft een zeer uitgesproken voorkeur voor zandbodems. Subsp. dunensis groeit vooral op kalkrijk zand (duinen), subsp. repens eerder op zure zandgronden. De waarnemingen in de Polders slaan vaak op zandige enclaves (in de Meetkerkse Moeren) of opgespoten, zandige haventerreinen. De soort kiemt in principe in grondwaterafhankelijke situaties, maar kan mee omhoog groeien met opgestoven zand tot in een schijnbaar droog milieu.