Bouwen aan groenexpertise

Grote leeuwenklauw

Aphanes arvensis

is een indicator van een goede toestand voor

Natuurstreefbeeld: Soortenrijke akkers (b*)

Hoogte plant

Minimaal:
5cm
Maximaal
20cm

Licht

Min:
lichte schaduw
Max:
licht

Voedsel

Min:
matig voedselrijk
Max:
matig voedselrijk

Bloeiperiode

Vanaf:
mei
Tot:
augustus

Vocht

Min:
vochtig
Max:
vochtig

Bloemkleur

bloemdek ontbreekt

Bestuiving

zonder bevruchting
insektenbestuiving
Areaal:

Grote leeuwenklauw heeft een voornamelijk tot Europa beperkt natuurlijk areaal, met uitlopers in Noord-Afrika en Zuid- west-Azië. Verspreide voorposten buiten beschouwing gelaten, bestrijkt het areaal een gebied dat begrensd wordt door Noord-Spanje, Sicilië en Griekenland in het zuiden, de Britse Eilanden en Zuid-Scandinavië in het noorden en Wit-Rusland en Oekraïne in het oosten. Buiten Europa is de soort ingeburgerd in delen van onder meer de Verenigde Staten, Nieuw-Zee land en Australië. In Wallonië is grote leeuwenklauw een algemeen verspreide soort, met uitzondering van de Ardennen (vooral Hoge Ardennen), waar ze zeldzamer is.

Verspreiding in Vlaanderen:

In Vlaanderen is grote leeuwenklauw een algemene soort. De verspreiding vertoont echter grote regionale verschillen, met onder meer opvallend geringe dichtheden op de zure zandgronden van de Kempen en de kleigronden van de Polders. Vooral in de provincies Antwerpen en Limburg, maar in zekere mate ook in West-Vlaanderen, lijkt de plant na 1971 terrein te hebben verloren, maar vrijwel zeker is dat deels het gevolg van een betere vertrouwdheid van floristen met kleine leeuwenklauw: in heel wat uurhokken waar grote leeuwenklauw na 1971 niet bevestigd werd, is in de periode vanaf 1972 voor het eerst kleine leeuwenklauw gestreept. Structurele veranderingen in het landschap om dat fenomeen te verklaren, lijken nauwelijks voorhanden te zijn.

Legende: vierkant 1939-1971, stip 1972-2004:
Verspreidingskaart
Zaadbank:
behoudt kiemkracht op lange termijn (zaden overleven op zijn minst 5 jaar, en vaak langer).
Kiemperiode:
vanaf Herfst tot Voorjaar
Gebruik:
geen nuttig gebruik
Bladseizoen:
overwinterend groen
Levensvorm:
therofyt
Mycorrhizen:
Blaasvormige-'arbuscular' mycorrhizen
Geslachtsverdeling:
tweeslachtig
Vruchttype:
eenzadige dopvrucht of noot
Vruchtkleur:
onopvallend
Verbreidingswijze:
dieren (uitwendig)
met zaaigoed
wind
Verbreidingsstrategie:
een overblijvende zaad - of sporenbank
seizonale verjonging met behulp van zaden
Indigeniteit:
archeofyt
Herkomst:
oorspronkelijk inheems
Levensstrategie volgens Grime:
R/SR
Grime-competitiewaarde:
0.00
Grime-stresswaarde:
2.50
Grime-ruderaliteitswaarde:
7.50
Ellenberg licht:
tussen half-schaduwplanten en half-lichtplanten
Ellenberg vocht:
indicator van matig vochtige tot vochtige standplaatsen
Ellenberg pH:
indifferent
Ellenberg voedselrijkdom:
matig stikstofrijke bodems
Ecologische amplitude:
smalle amplitude
Gebondenheid aan grondwater:
afreatofyt

Grote leeuwenklauw is vooral een akkeronkruid van vochtige tot droge, goed drainerende, kalkhoudende zand- of leembodems. Buiten op akkers, waar de soort vandaag minder haar optimum vindt dan vroeger, kan grote leeuwenklauw aangetroffen worden in uiteenlopende lage, min of meer open begroeiingen, zoals braakland, tuinen en perkjes, parkings, in bermen langs onverharde wegen (meestal in de laagste vegetatie, tegen de rijweg aan), in de buurt van veevoederkuilen enz.

Habitatrichtlijn 2:
Nee
Habitatrichtlijn 4:
Nee
Beschermd:
Nee
Rode lijst:
niet bedreigd
Zeldzaamheid KFK-klasse:
730-1128 kwartierhokken
In samenwerking met:
Auteur atlasteksten:
Ivan Hoste

Cursussen bij Inverde

Boeken