Merlemont

Voor de inrichtingswerken is er per perceel aangegeven welke maatregelen er moeten worden genomen aan de hand van de situatie die er voor de werken aanwezig was. Zo zal er achterstallig maaibeheer worden uitgevoerd, de begreppeling worden aangepast (dat uitmond in de Brikbeek) en bepaalde delen worden afgeplagd.

• Voor perceel 1 was de situatie voor de werken dat er een suboptimale waterhuishouding aanwezig was. Er was sprake van stagnerend oppervlakte water en een te hoge grondwaterstand in het zomerhalfjaar. Dit zorgde ervoor dat pitrus(Juncus effusus) dominant aanwezig was. Bij de werkzaamheden van perceel 1 is er sprake van de aanleg van een oppervlakkig begreppelingssysteem met een gemiddelde diepte van 15 cm. Tevens zal de dichte pitrusmat die aanwezig is worden afgeplagd.
• Bij perceel 2 was een goed ontwikkeld habitattype 6410_ve aanwezig met veel karwijselie(Selinum carvifolia), blauwe knoop(Succisa pratensis) en kleine schorseneer(Scorzonera humilis). Voor dit perceel was de bedoeling dat het habitattype in waarde toe kan nemen door het invoeren van verdere verschraling door middel van achterstallig maaibeheer en het afvoeren van het maaisel. Daarnaast was het noodzakelijk om de aanzezige begreppeling te herstellen.
• Op perceel 3, bestaande uit overgangen naar het habitattype 6510_hu, was veel blauwe knoop aanwezig. Voor dit perceel was er ook gekozen om achterstallig maaibeheer uit te voeren en het maaisel af te voeren.
• Door een beschaduwing van een populierenrij op perceel 4, had dit perceel en zwak ontwikkelde vorm van habitattype 6410. Doordat er karwijselie en blauwe knoop aanwezig was op dit perceel, is er te vermoeden dat er meer potentie uit dit perceel te halen valt. Door het kappen van de populierenrij, het uitfrezen van stronken en achterstallig maaibeheer in te voeren moet de potentie van dit perceel bereikt worden.
• Perceel 5 is een wildakker en is niet van maatregelen voorzien
• Perceel 6, gelegen tussen perceel 1 en 2, bevatte een jonge wilgenopslag op een potentierijke grond voor habitattype 6510. Door het verwijderen van de struikopslag is er een herstel van contact met de percelen 1 en 2. Hierdoor is er een verhoging van de inwaai van soorten uit nabijgelegen graslanden mogelijk.
• Perceel 7 betrof een jonge wilgenopslag op potentierijke percelen voor habitattype 6410.

Omdat de zone zeer nat is zijn deze werkzaamheden pas uitgevoerd in droge periodes. Daarnaast is er rekening gehouden met de aanwezige jachtactiviteiten van het gebied. In nauw overleg en aan de hand van de weersactiviteiten was de uitvoering van de maatregelen bepaald. Door de natheid van de zone zijn de inrichtingsacties uitgevoerd in maart-april 2014 wanneer het een droog voorjaar was. Ruiming van de Brikbeek heeft uitgevoerd kunnen worden in augustus 2014/2015. Verspreid over augustus - september 2014 en 2015 is het achterstallig maaibeheer uitgevoerd.

Omdat het terrein over een privé-eigenaar beschikt moeten er nauwe afspraken worden gemaakt voor wanneer het gebied kan worden betreedt om de werkzaamheden te kunnen uitvoeren. De eigenaar wil namelijk niet dat de werkzaamheden de rust verstoren in het gebied en ook dat er geen grootschalige activiteiten zullen worden ondernomen.

Voor de financiering van het project is er gebruik gemaakt van de investeringssubsidie natuur om 90% van de kosten te betalen. De overige 10% is gefinancierd door RLH. De totale kostprijs van het project lag oorspronkelijk op 41.000 euro waarvan 36.900 zou worden gesubsidieerd door de ISN en 4.100 uit RLH zelf. Achteraf bleek dat er een subsidie nodig was van 31.967,93 euro en heeft RLH zelf 3.551,99 euro bijgedragen. Dit maakt dat de totale kosten van het project op 35.519,92 euro neerkwam.