Moerasaronskelk

Lysichiton americanus

Beschrijving: 

Grote, leerachtige groene bladeren van 0.4-1 m lengte. De bladeren hebben dikke nerven en omvatten elkaar aan de voet van de plant. Onvolwassen bladeren krullen op aan de randen. Het schutblad is helder geel en ovaalvormig, en omvat de bloeikolf met kleine groene bloemetjes. De bloemen hebben een kenmerkende geur die doet denken aan aas/look. Meer informatie over herkenning op de identificatiefiches van LIFE RIPARIAS.

Beheer: 

Planten kunnen in de vroege zomer met de schop of spade uitgestoken worden. Er dient in acht genomen te worden dat het wortelsysteem omvangrijk is. Om deze niet (te veel) te fragmenteren, kan het graafmateriaal aangevuld worden met bv. een riek. Grote populaties kunnen machinaal uitgegraven worden. Opvolging en eventuele herhaling in de nazomer/herfst is noodzakelijk. Dit dient gedurende twee jaar jaarlijks herhaald te worden. Het plantenafval dient gecomposteerd of verbrand te worden.

Habitat: 

Moerasaronskelk groeit in moerassen, natte bossen, langs stromen en rivieren, aan meren, vijvers, venige en andere natte gebieden. De soort groeit in de meeste natte bodems, kan fluctuerende waterniveaus tolereren en kan zowel in zonlicht als schaduw voorkomen.