Habitat:
Omwille van determinatieproblemen, maken sommige auteurs (bv. VAN DER MEIJDEN 1996) geen onderscheid tussen wilde en gekweekte peer. Wij volgen echter LAMBINON et al. (2004) waarin, net als in veel andere flora’s, wel twee taxa worden onderscheiden. Wilde peer is van nature een eerder warmteminnende boomsoort van lichte loofbossen (helling- en valleibossen) en bosranden op vruchtbare, luchtige, vochthoudende, maar niet natte bodems. Vaak varieert de zuurgraad van de bodem tussen licht zuur en matig basisch (meestal kalkrijk), en is hij lemig, kleiig of zelfs stenig. In Vlaanderen is wilde peer – een enkele uitzondering in Bos t'Ename (Oudenaarde) niet te na gesproken – echter nog niet in bossen aangetroffen. Wel vindt men de soort hier en daar in niet te donkere hagen en houtkanten of langs holle wegen, gewoonlijk op een wat beschutte standplaats. In Oudenaarde staan de bomen op een plaats waar vroeger een boomgaard stond, een situatie die bekend is van een aantal vindplaatsen in Haspengouw.