Bouwen aan groenexpertise

Kleine duizendknoop

Persicaria minor

Hoogte plant

Minimaal:
10cm
Maximaal
40cm

Licht

Min:
lichte schaduw
Max:
licht

Voedsel

Min:
matig voedselrijk
Max:
matig voedselrijk

Bloeiperiode

Vanaf:
juli
Tot:
oktober

Vocht

Min:
nat
Max:
nat

Bloemkleur

paars, violet, purper, lila
rood, rose

Bestuiving

insektenbestuiving
windbestuiving
Areaal:

Kleine duizendknoop is een soort van de gematigde klimaatgebieden van Eurazië, die bovendien door de mens onder meer in delen van Noord- en Zuid-Amerika en in Zuid-Afrika is ingevoerd. Het Euraziatische areaal loopt van Ierland tot diep in Siberië, met verder naar het oosten diverse kleine deelarealen of voorposten tot in Oost-China. Binnen Europa is het vooral een Midden- en Oost-Europese soort, die in het noorden beperkt is tot Zuid-Scandinavië en in het zuiden vrijwel geheel ontbreekt op het Iberisch Schiereiland en in grote delen van Italië, de Balkan en Zuidoost-Rusland. De verspreiding in Wallonië is misschien onvoldoende bekend, maar algemeen is kleine duizendknoop in het zuidelijke landsgedeelte in geen enkele regio.

Verspreiding in Vlaanderen:

Eind negentiende eeuw was kleine duizendknoop in West- en Oost-Vlaanderen nauwelijks bekend en nadien duurde het nog lang voordat het aantal waarnemingen er toenam. In de periode 1939-1971 werd de soort vrijwel uitsluitend aangetroffen in de Kempen. Pas na 1971 werd kleine duizendknoop op een groeiend aantal verspreide plaatsen in West- en Oost-Vlaanderen gevonden (vooral in de Zand- en Zandleemstreek). In dezelfde periode groeide ook in de Kempen (vooral in Antwerpen) het aantal bekende groeiplaatsen sterk. Omdat kleine duizendknoop een weinig opvallende soort is binnen een groep die globaal pas tijdens de laatste decennia voldoende aandacht heeft gekregen, mag worden aangenomen dat hier minstens voor gedeeltelijk sprake is van een kennistoename, naast een mogelijke reële uitbreiding van de soort. Momenteel is kleine duizendknoop in Vlaanderen vrij algemeen.

Legende: vierkant 1939-1971, stip 1972-2004:
Verspreidingskaart
Kiemperiode:
vanaf Voorjaar
Gebruik:
geen nuttig gebruik
Bladseizoen:
zomergroen
Levensvorm:
therofyt
Geslachtsverdeling:
tweeslachtig
Vruchttype:
eenzadige dopvrucht of noot
Vruchtkleur:
onopvallend
Verbreidingswijze:
regenwater
Indigeniteit:
inheems
Herkomst:
oorspronkelijk inheems
Grime-competitiewaarde:
0.00
Grime-stresswaarde:
0.00
Grime-ruderaliteitswaarde:
0.00
Ellenberg licht:
half-lichtplanten
Ellenberg vocht:
indicator van vochtige tot natte standplaatsen, maar ook bestand tegen overstromingen
Ellenberg pH:
matige zuurindicator, op sterk zure tot zwak basische bodems
Ellenberg voedselrijkdom:
uitgesproken stikstofrijke bodems
Ecologische amplitude:
smalle amplitude
Gebondenheid aan grondwater:
natte freatofyt(obligaat)

Kleine duizendknoop hoort thuis in vochtige tot natte milieus, waar een dalende waterspiegel in de loop van lente en zomer de nodige open ruimte creëert voor het ontkiemen van eenjarigen. Het is een doorgaans kleine, liggend-opstijgende plant, die een stuk minder concurrentiekrachtig is dan andere duizendknoopsoorten. Ook is de soort ecologisch wat kieskeuriger, met een duidelijke voorkeur voor een kalkarme, minder voedselrijke en niet te zware, dikwijls venige bodem, zowel op zonnige als licht beschaduwde plekken. Ze wordt onder meer aangetroffen in droogvallende greppels, op vochtige boswegen en -paden en op droogvallende vijveroevers (waar ze onder meer gedijt in aanspoelselgordels).

Habitatrichtlijn 2:
Nee
Habitatrichtlijn 4:
Nee
Beschermd:
Nee
Rode lijst:
niet bedreigd
Zeldzaamheid KFK-klasse:
228-353 kwartierhokken
In samenwerking met:
Auteur atlasteksten:
Ivan Hoste
Referenties
  • Van Landuyt W., Hoste I., Vanhecke L., Van den Bremt P. Vercruysse W. & De Beer D. (red.) 2006. Atlas van de Flora van Vlaanderen en het Brussels gewest. Nationale Plantentuin en het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek i.s.m. Flo.Wer vzw.

Cursussen bij Inverde

Boeken