Bouwen aan groenexpertise

Blaasvaren

Cystopteris fragilis

Hoogte plant

Minimaal:
10cm
Maximaal
35cm

Licht

Min:
half schaduw
Max:
lichte schaduw

Bloeiperiode

Vanaf:
juni
Tot:
augustus

Vocht

Min:
vochtig
Max:
vochtig

Bloemkleur

bloemdek ontbreekt

Bestuiving

windbestuiving
Areaal:

Blaasvaren is een subkosmopolitische soort die in de tropen ontbreekt. In Europa komt ze wijdverspreid voor. In België is ze vrij algemeen in het Maasdistrict, de Ardennen en Lotharingen.

Verspreiding in Vlaanderen:

In Vlaanderen is blaasvaren een zeer zeldzame soort. Duidelijke trends tussen de periode 1939-1971 en 1972-2004 zijn er niet te onderscheiden. Het valt wel op dat de meeste recente groeiplaatsen op andere locaties liggen dan de oude. Vooral in de omgeving van het Zoniënwoud verdwenen veel groeiplaatsen.

Legende: vierkant 1939-1971, stip 1972-2004:
Verspreidingskaart
Zaadbank:
geen informatie beschikbaar.
Zaad:
vanaf juni tot augustus
Gebruik:
geen nuttig gebruik
Bladseizoen:
zomergroen
Levensvorm:
geofyt
Mycorrhizen:
26-74% van de waarnemingen infectie met blaasvormige-'arbuscular' mycorrhizen
Geslachtsverdeling:
sporenplant
Vruchttype:
sporen
Vruchtkleur:
onopvallend
Verbreidingsstrategie:
een groot aantal wijd-verspreide zaden of sporen
Indigeniteit:
inheems
Herkomst:
oorspronkelijk inheems
Levensstrategie volgens Grime:
S/SR
Grime-competitiewaarde:
0.00
Grime-stresswaarde:
7.50
Grime-ruderaliteitswaarde:
2.50
Ellenberg licht:
half-schaduwplanten
Ellenberg vocht:
indicator van vochtige standplaatsen, maar ook bestand tegen overstromingen
Ellenberg pH:
tussen zwakke base-indicator en base- en kalkindicator,meest op basische bodem
Ellenberg voedselrijkdom:
stikstofarme bodem / matig stikstofrijke bodem
Ecologische amplitude:
smalle amplitude
Gebondenheid aan grondwater:
plaatselijke freatofyt

Blaasvaren komt voor in spleten van vochtige muren en rotsen op relatief schaduwrijke plaatsen. In Vlaanderen is de soort beperkt tot kunstmatige groeiplaatsen en holle wegen. In de binnenstad van Gent blijkt 90 % van de groeiplaatsen kaaimuren te betreffen (VAN LANDUYT & HEYNEMAN 1999). Andere groeiplaatsen zijn vaak oude gebouwen. In de omgeving van Leuven groeit de soort op schaduwrijke plaatsen in holle wegen.

Habitatrichtlijn 2:
Nee
Habitatrichtlijn 4:
Nee
Beschermd:
Nee
Rode lijst:
zeldzaam
Zeldzaamheid KFK-klasse:
18-59 kwartierhokken
In samenwerking met:
Auteur atlasteksten:
Wouter Van Landuyt
Referenties
  • Van Landuyt W., Hoste I., Vanhecke L., Van den Bremt P. Vercruysse W. & De Beer D. (red.) 2006. Atlas van de Flora van Vlaanderen en het Brussels gewest. Nationale Plantentuin en het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek i.s.m. Flo.Wer vzw.

Cursussen bij Inverde

Boeken