Bouwen aan groenexpertise

Gemengde dunning

Combinatie van hoogdunning en laagdunning

Definitie:

Een gemengde dunning is een combinatie van een hoogdunning en een laagdunning. Er worden zowel dikke concurrenten van de waardevolste bomen verwijderd als gedomineerde exemplaren die de groei van de beste bomen weinig of niet hinderen. Waar bij een hoogdunning de geoogste bomen dikker zijn dan de gemiddelde boom en bij een laagdunning dunner, komt de diameter van het gevelde hout bij een gemengde dunning veel meer overeen met de gemiddelde boom in de opstand. In de praktijk wordt vaak een gemengde dunning uitgevoerd in plaats van een pure hoogdunning.

Een gemengde dunning wordt vaak toegepast om praktische redenen. Een hoogdunning wordt uitgevoerd om de beste bomen van de bovenetage te bevoordelen. Door bijkomend nog enkele gedomineerde bomen te verwijderen, wordt het bosbestand beter toegankelijk voor exploitatiemachines. Het spreekt voor zich dat de laagdunningscomponent moet beperkt worden tot de bomen die in de weg staan om de vaste ruimingspistes te leggen. Alle gedomineerde bomen wegzagen om kriskras met tractoren door het bos te kunnen rijden, is géén goed idee.

Uitgebreid:

De gemengde dunning is aangewezen voor de kwaliteitshoutproductie van sommige boomsoorten, waarbij vanaf een zeker ogenblik de diktegroei van de toekomstbomen zo snel en regelmatig mogelijk moet gaan. Dan wordt een relatief beperkt aantal bomen vrijgesteld van álle concurrenten die krooncontact maken met de toekomstboom. In het Frans heet dit détourage: het wegzagen van alle concurrerende bomen die kruincontact maken met de toekomstboom, ongeacht hun sociale klassen. Deze werkwijze is vooral aangewezen voor diffuusporige lichtboomsoorten zoals berk en zwarte els, voor es en esdoorn maar even goed voor de schaduwboomsoort beuk. De sterke dunningen zorgen er dan voor dat zo snel mogelijk een dikke onderstam met fineerkwaliteit kan geproduceerd worden, die kan geoogst worden voor de kans op inwendige gebreken te groot wordt (bv. rot, rode kern, bruinverkleuring). Op deze manier kan relatief snel goed eikenzaaghout bekomen worden; fineereik moet echter trager groeien omdat hout met brede jaarringen te hard is om gemakkelijk te kunnen snijden.

Lectuur:

Jansen, J., Boosten M., Cassaert, M., Cornelis, J., Thomassen, E., Winnock, M. (2018). Praktijkboek Bosbeheer(opent nieuw venster). Uitgave van Inverde (Vlaanderen) en Stichting Probos (Nederland).