Natuurmaaisel: grondstof voor veenvrije potgrond en biochar?

In deze presentatie leer je meer over de uitdagingen voor veenvervangers voor potgrond, de verschillen tussen grasvezels, stro & groencompost en enkele conclusies over plantenvezels als grondstof voor hernieuwbare potgrond. 

Hergebruik van compost in de praktijk

Bioboerderij 'Oogstappel' is een kleinschalige biologische boerderij die inzet op duurzaam bodembeheer door het inpassen van groenbemester/bloemenweide en het opvoeren van compost.

Boerderijcompostering

Composteren voor het recirculeren van organische stof en nutriënten uit reststromen. Combineren van groene (maaisel, schoningsafval prei, stalmest) en bruine (verhakseld hout, stro) reststromen voor verminderde nutriëntenverlies en emissies.

Beheerresten bij Natuurpunt

Natuurpunt heeft 28.000 ha natuurgebied in beheer. Dat levert heel wat beheerresten op. Natuurmaaisel bljift daarbij de moelijkste.

Inleiding tot LIFE Green Valleys en Poolse grasbriketten

In deze presentatie lees je meer over de doelen van LIFE Green Valleys, de visie van Natuurpunt over natuurmaaisel, principes van recyclage toegepast op natuurmaaisel en de valorsatie ervan in de vorm van grasbriketten. 

Mono-bermgrasvergisting Energiecampus Leeuwarden

Projectvoorbeeld (LIFE GR4SS) van de productie van lokaal en CO2-neutraal groengas en duurzame veenvervanger door vergisting van 36.000 ton berm- en natuurgras op de Energiecampus Leeuwarden, met een CO2-besparing van 13.140 ton per jaar. 

Oude Linde Abdij Tongerlo

B-habitats

In het kader van de Programmatische Aanpak Stikstof kunnen A-habitats enkel in goede staat worden gebracht door een verlaging van de stikstofdepositie. B-habitats zijn wel gebufferd of hebben die mogelijkheid, en kunnen via stikstofsanering ook lokaal worden hersteld. Dat kan door het herstel van de bufferende stoffen via kwel bijvoorbeeld. Voorbeelden zijn glanshaverhooilanden, valleibossen en de meeste kustnatuur.

A-habitats

De A-habitats zijn habitats beschreven in de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) die gevoeliger zijn voor stikstofdepositie, omdat ze voorkomen op slecht gebufferde bodems en waar herstelmaatregelen niet echt mogelijk zijn. Enkel een verlaging van de stikstofdepositie is voor deze habitats zinvol. Vandaar dat deze als de norm genomen zijn in PAS. Voorbeelden zijn de zuurdere heide-habitats en wateren en bossen op zuurdere bodem zoals beukenbossen