Fluiter

Phylloscopus sibilatrix

De Fluiter is een onopvallende vogel van oude bossen. De soort heeft een helderwitte buik, een citroengele borst en een opvallende, gele wenkbrauwstreep. Het is echter zijn geluid dat zijn aanwezigheid verraadt: een versnellende en luider worden reeks tonen die einigt in een triller, als een rondtollende munt op een hard oppervlak, ongeveer 3 seconden lang. Als hij dit een aantal (gemiddeld 8) keer heeft gezongen, fluit hij een 5-6 weemoedige, licht dalende fluittonen. Hieraan heeft de Fluiter zijn naam te danken.

Het habitat is hoogopgaand gevarieerd loofbos met open plekken op de bosbodem. De soort is een grondbroeder, bij voorkeur in beukenbos maar ook eikenbos en gemengd bos. In bossen op rijke bodem en/of open bossen is er dikwijls een ondergroei van dichte kruiden en grassen of bramen wat nadelig is voor deze soort. Hij prefereert een open bodem. De zware schaduw die beuken produceren is dan ook een voordeel. Het is een insecteneter. De jongen worden vooral gevoederd met rupsen.
De Fluiter overwintert in het Congo-bekken in Afrika.