Bonte vliegenvanger

Ficedula hypoleuca

Leefgebied en trend

Bonte Vliegenvanger is nog een relatief recente aanwinst als broedvogel in Vlaanderen. Pas vanaf het begin van de jaren ’80 brak de soort echt door waarna ze op twee decennia een populatie van 600-1000 broedparen wist uit te bouwen, vooral in de Antwerpse en Limburgse Kempen. De grote meerderheid broedt in nestkasten en ze zijn dan ook vaak te vinden in beboste woonwijken. Naaldhout wordt niet gemeden, maar enkel indien tenminste een bepaald percentage loofhout (vooral Eik) aanwezig is. We beschikken niet over jaarlijkse populatieschattingen en het ABV-cijfer van 74% toename is niet significant omdat de soort niet homogeen verspreid en voldoende talrijk voorkomt. Enkele regionale nestkaststudies lijken eerder te wijzen op stabiele tot licht toenemende aantallen gedurende de laatste decade (bv. 80-100 broedparen in 2008-2018 op het Groot Schietveld te Brecht/Wuustwezel). In traditioneel goede loofbosgebieden worden lokaal ook afnames gemeld. Zo verdween de soort in de periode 2005-2015 geleidelijk aan uit het Peerdsbos (Brasschaat) waarna een geleidelijk herstel optrad (opnieuw 6 territoria in 2019, med. J. Elst). In Nederland worden negatieve trends vastgesteld in rijke loofbosgebieden terwijl de soort toeneemt in gemengd bos. Ten gevolge van de klimaatverandering ondervindt de soort problemen bij het afstemmen van de broedtijd op de steeds vervroegende rupsenpieken, hoewel ze daar recent toch steeds beter in lijken te slagen.