Collectieve wildbescherming

Collectief wildraster

Bij grootschalige bosverjonging (vlaksgewijze aanplant, aanplant met kloempen, bezaaiing of natuurlijke verjonging) kan een collectieve wildbescherming interessant zijn. Een collectief wildraster is vaak duur in aanleg, onderhoud en verwijdering. Daarom wordt aangeraden om een collectief raster bij percelen groter dan een halve hectare te plaatsen.

Nadeel van rasteren op grote schaal is dat de gehele gerasterde oppervlakte niet meer toegankelijk is voor het wild en hun leefgebied daardoor verkleint.
Daardoor kan de druk op het omringende bos verhoogd worden. Het is aan te raden om het raster regelmatig te controleren of er geen doorbraak van wild is of schade door bomen of takken die op het raster zijn gevallen.

draadraster (Robbie Goris)

Collectieve wildbescherming per verjongingsgroep

Bij hedendaags bosbeheer zijn grootschalige kappingen en bosverjonging minder en minder de courante gang van zaken. Vaak gaat de beheerder kleine groepen verjongen of zelfs kleinschalige, pleksgewijze verjongingsgroepen (kloempen) gebruiken. Daarbij kan de beheerder opteren om in plaats van een raster rond het hele perceel te plaatsen enkel de verjongingsgroep te beschermen met een raster. Deze collectieve wildbescherming per kloemp heeft als voordeel dat bij windval van takken of bomen op het raster, slechts de bomen in de kloemp onbeschermd zijn en niet de gehele bosverjonging. De verschillen in kostprijs tussen een klassiek wildraster of rasters per verjongingsgroep staan in deze overzichtstabel.