Beekdonderpad

Cottus rhenanus

Vroeger werden veel minder donderpadsoorten onderscheiden. Uit genetisch onderzoek blijkt dat in ons land meerdere soorten voorkomen, zo is de Beekdonderpad nu afgesplitst van de Rivierdonderpad. Het is eveneens een klein visje (tot circa 10cm) met een dikke, platte kop met brede bek en dicht bij elkaar staande ogen. Uiterlijk verschillen ze in de aanwezigheid van stekels op de flanken. De Beekdonderpad heeft hooguit achter zijn borstvin wat stekels of deze ontbreken (bij jonge dieren vb), de rest van zijn flank voelt glad aan. De Beekdonderpad is ‘s nachts actief. Hij zwemt dan over de bodem op zoek naar voedsel (kleine ongewervelden). De Beekdonderpad komt in het Maasbekken voor, terwijl de Rivierdonderpad in het Scheldenbekken te vinden is.