Bouwen aan groenexpertise
beslissingsboom

Begeleidingssnoei bij bomen

De kroon gaat mee

Definitie:

De begeleidingssnoei is een snoei in de tijdelijke kroon. De tijdelijke kroon bestaat uit alle takken die geleidelijk weggenomen worden om zo de takvrije stam te vormen. Alle takken die lager zitten dan de uiteindelijke takvrije stamlengte behoren tot de tijdelijke kroon (voor een jonge boom kunnen alle takken dus tot de tijdelijke kroon behoren). Het wegnemen van die kroon gebeurt in verschillende fasen en gespreid over verschillende jaren. De takken van die tijdelijke kroon zitten op de plaats waar de takvrije stam zal komen. In tegenstelling tot de definitieve of blijvende kroon die boven de takvrije stam altijd aanwezig zal zijn in de volwassen boom.

Wanneer bijvoorbeeld een straatboom van 2 meter wordt aangeplant, dan zal hij gedurende verschillende jaren een begeleidingssnoei krijgen. Wordt de opkroonhoogte bepaald op 7 meter, dan zal de begeleidingssnoei duren tot wanneer alle takken weg zijn tot op 7 meter hoogte. Het doel van de begeleidingssnoei is: de boom een rechte stam geven met een welbepaalde takvrije stamlengte. Die takvrije stamlengte is afhankelijke van de functie van de boom. Bij straatbomen zal die 7 tot 8 meter zijn om het verkeer vrij te passeren. Bij bosbomen is bij voorkeur 2/5 van de stam takvrij om kwaliteitsvol hout te krijgen.

Uitgebreid:

Tijdstip: De begeleidingssnoei wordt best toegepast vanaf de aanplanting tot wanneer de gewenste takvrije stamlengte bereikt is Deze snoei gebeurt in stappen met tussenposes van 2 tot 3 jaar, zodat de boom de kans heeft om van deze ingreep te herstellen. Het is mogelijk om gans het jaar door te snoeien, toch heeft snoeien in de zomer de voorkeur. Voordelen: - minder kans op bloeden. Wanneer soorten zoals Esdoorn en Paardenkastanje gesnoeid worden tijdens de winterrust bloeden ze vaak. Door onvoldoende zuigkracht van de bladeren die de opstuwende kracht vanuit de wortels compenseren gaan gevoelige soorten sneller bloeden. - Het afgrendelingsysteem is alleen actief indien de boom niet in rust is. - De wondweefselvorming is alleen actief indien de boom niet in rust is. - Er is veel minder vorming van waterlot. Indien de verhouding tussen wortels en kroon bij een snoei in de winter ontregeld wordt ontstaat een grotere groeireactie en vergoot de kans op waterloten. De zomersnoei is een matigende snoe - Het risico op aantasting door schimmels is beperkter omdat wonden sneller afgrendelen en dichtgroeien. Bovendien zijn er minder schimmelsporen in de lucht aanwezig. Nadelen: - Doordat de bomen tijdens deze periode in blad staan is er geen goed overzicht op de snoeiwerkzaamheden. - Bij het snoeien is er meer groenafval door de aanwezige bladmassa. In de bosbouw stelt zich dit probleem niet, het snoeiafval kan in het bos blijven liggen.