Tuinvijver

tuinvijver.jpg
Tuinfluiter baddert in een tuinbadje (willocx hugo)
Vijver Heldere of troebele waterpartij (Vilda/Yves Adams)

Er zijn weinig groenvormen die zoveel soorten per m² bevatten als vijvers. Zelfs vijvers van een vierkante meter groot en 35cm diep zijn al een zo grote meerwaarde voor een tuin dat je al een goede reden moet hebben om er geen aan te leggen.
Amfibieën en libellen leggen er eitjes in, vogels komen er drinken en baden, egels zoeken er slakjes en water, waterkevers en -wantsen jagen er op watervlooien, kortom, bijna elke tuinsoort profiteert van wat extra water. Een tuin mét vijver bevat duidelijk meer soortenrijkdom dan een zonder.

Er zijn echter twee voorwaarden om een supervijver te hebben, en grootte is er dus niet een van. Wel de aanwezigheid van veel planten, zowel onder als boven water en verrassend genoeg de afwezigheid van vis. Vissen eten larven van libellen en salamanders, eten het voedsel van waterkevers en woelen de bodem om. Er verdwijnen veel soorten uit vijvers waar vissen in uitgezet zijn, omdat vissen van nature niet in kleine poelen en vijvers voorkomen. Maar, wil je echt vissen, zorg dan dat ze met weinig zijn, en creëer een rijke oevervegetatie en bedek de bodem met een massa ondergedoken waterplanten. Zo hebben de andere soorten nog wat schuilmogelijkheid en kunnen sommige salamanderlarven toch overleven.

Een rijke tuinvijver ligt in de zon en bevat weinig voedingsstoffen, waardoor het water helder is. Troebele vijvers bevatten teveel fosfaat, hetzij uit de slibbodem, hetzij door bij te voederen of stoffen die in de vijver spoelen. Bij troebel water is een grote schoonmaak aan de orde.

En wat met muggen? Die leven niet graag in vijvers vol met predatoren als kevers en libellenlarven. Zij zoeken meestal een rustig plekje op, een plasje water in een regengoot, een dekzeil of een oude emmer in een hoek ergens.

Geschikt voor: 

  • In een kleine stadstuin kan je een ton zetten met wat kleine planten in. Zelfs op een wat groter terras lukt dat al. 

  • Een kleine voorgevormde tuinvijver past in bijna elke kleine tuin. 

  • In een grotere tuin past een folievijver met brede moeraszone. Je kan deze omheinen met een kastanjehouten omheining als je nog kleine kinderen hebt. 

Een plus voor de natuur omdat: 

  •  Er is geen andere groenvorm die meer leven naar je tuin zal trekken dan een tuinvijver, op voorwaarde dat die goed begroeid is met planten. 

  • Een vijver herbergt libellen en salamanders, maar is ook een drinkplaats voor egels, vogels en andere dieren. Vogels komen er zelfs een bad nemen. 

  • De oeverplanten geven veel nectar, wat dan weer een plus is voor bijen en vlinders. 

  • Als er veel waterkevers, libellenlarven en salamanders in voorkomen, hebben muggenlarven geen kans. 

  • Water geeft ook verkoeling in de zomer. 

Enkele leuke soorten die je hier kan vinden: 

Lantaarntje, kleine watersalamander, en alle andere soorten die komen drinken. In de vijver leven verder watersnuffel, alpenwatersalamander, pad, bruine kikker, bootsmannetje, waterkevers, poelslak, posthoornslak, schaatsenrijder, schrijvertje. 

Aanleg

Een tuinvijver ligt best in volle zon. Ideaal is natuurlijk een plaats in de tuin waar het grondwater zo hoog komt dat je enkel een put moet graven. Dat is maar uiterst zelden mogelijk, dus moeten we voorzien in een waterkerende laag.  

Dat is meestal een folie of een voorgevormde plastic vijver. Dat klinkt misschien niet ecologisch, maar het voordeel van een vijver voor de natuur is echt vele malen groter dan het eventuele nadeel van plastic of kunstrubber. 

Voor een grote vijver of zelfs zwemvijver verwijzen we naar gespecialiseerde bronnen of de vakman. Bekijk even met een specialist wat voor jou de handigste oplossing is, elk systeem heeft zijn voor- en nadelen. Een kleine vijver is redelijk makkelijk zelf te doen. 

Een voorgevormde vijver zet je op de plaats waar hij moet komen en met paaltjes kan je de omtrek van het vijvertje op de grond overzetten. Je graaft de put iets ruimer uit dan de vijver groot is en met zand uit de doe-het-zelf kan je dan met wat proberen de kuip perfect ondersteunen. De rand van de vijver komt enkele cm dieper dan het bodemniveau. Rondom heb je nog een paar centimeter over, zo kan je alles goed vullen met scherp zand. Gebruik eventueel een gieter of tuinslang om het zand overal in te spoelen. Doe dat pas als je de vijver al half hebt gevuld met water, anders komt de kuip naar omhoog. Als alles klaar is vul je de vijver helemaal en na een paar dagen kan je aanplanten. 

Als je gewoon een ton of teil op je terras wil, kan dat natuurlijk ook. Maak hem goed schoon, maar gebruik geen zeep. Leg een laagje grind op de bodem en maak eventueel hoogteverschillen met bakstenen om oeverplantjes in pot te kunnen zetten. Maar gewoon wat hoornblad en een watergentiaan werken ook prima. Soms moet je de ton van binnen met een folie bekleden. 

Daarmee zijn we bij de planten aanbeland. Een ecologisch goed werkende vijver heeft veel planten, geen vissen (want die eten de libellen, watervlooien en salamanders op) en bijna geen voedingsstoffen in het water. Vermijd dus gewone aarde, bladeren, visvoedsel of water dat van het gazon inspoelt. Een beetje voedingsstoffen kunnen door de vijverplanten worden opgenomen. Het overschot wordt door algen gebruikt om te woekeren.  

Voorzie de drie groepen waterplanten. Ondergedoken waterplanten zoals hoornblad, aarvederkruid en gekroesd fonteinkruid geven schuilmogelijkheden aan salamanders en libellenlarven. Drijvende waterplanten zoals waterlelie of watergentiaan zijn zonneplekjes voor libellen. Oeverplanten ten slotte staan met hun wortels in het water. Sommige soorten groeien rechtop zoals gele lis, kattenstaart, wederik, watermunt, zegges, moerasspirea of dotterbloem. Andere hebben liggende stengels zoals wateraardbei, waterdrieblad of moerasvaren. Kleinere soorten groeien hiertussen zoals moerasvergeet-me-nietje, beekpunge. In deze oeverzone komen waterdieren schuilen en bijen nectar halen. 

Let op met grote en/of woekerende soorten zoals lisdodde of exoten als grote waternavel. Check onze plantenlijsten. Vullen kan je met regenwater, kraantjeswater, putwater, beekwater,... ze hebben allemaal andere eigenschappen. Belangrijk is dat er geen voedingsstoffen in zitten. Dus beekwater valt al af. Regenwater is prima, maar vrij zuur. Er zijn echter een heleboel planten die dat prima vinden. Kraantjeswater is meestal kalkrijker en arm aan voedingsstoffen. Prima dus, en meer planten- en diersoorten vinden dit leuk. Maar kraantjeswater is om andere redenen niet zo'n goed idee, tenzij het een klein vijvertje of regenton is. Putwater kan als het water geen fosfaten en nitraten bevat. Je kan ook mengen, maar let op dat je de zuurtegraad niet teveel laat schommelen doorheen de tijd. 

Onderhoud

Een tuinvijver, groot of klein, zal na verloop van tijd dichtgroeien met waterplanten. Ook stapelt zich slib op op de bodem. 

Je kan indien nodig elk jaar licht ingrijpen in de herfst: wat waterplanten wegknippen, open water creëren en wat slib weghalen. Sommigen wachten een aantal jaar en doen dan grote schoonmaak. Voor beide manieren is iets te zeggen. Maar doe het in september of oktober. De jonge salamanders zijn dan al uit de vijver en de dieren hebben dan nog een paar weken voor de winterslaap aanbreekt. 

Hoeveel werk is het en wat kost het?

Een kleine vijver kost zoveel als de kuip, 150-300 euro en wat zakken zand. Bij een grote vijver kan het zijn dat je een kleine graafmachine moet huren en ook een goede folie kan wat kosten. Maar die kost is nog te overzien. 
Voor grotere (zwem)vijvers met filtersystemen vraag je best een offerte. Maar een vijver zonder vis en veel ondergedoken waterplanten en moeraszone heeft geen filter, fontein noch beluchter nodig.