Beheer voor akkerflora op begraafplaatsen

<p><strong>Beheer voor akkerflora op begraafplaatsen</strong></p>

<p>&nbsp;</p>

<p>Verschillende wilde planten die vroeger in onze akkers en 'vergeten' rommelige hoekjes voorkwamen, zijn vandaag te vinden op... begraafplaatsen. De zaden bleven van op het boerenland kleven aan de schoenen van de dorpelingen, en belandden zo, tijdens een bezoek, op de begraafplaats. Dankzij regelmatig schoffelen vonden ze er een geschikt biotoop met omgewerkte grond. Ondertussen zijn vele typische soorten <a href="https://www.natuurpunt.be/nieuws/heeft-akkerflora-nog-toekomst-vlaanderen-20180626">akkerflora verdwenen</a> uit de omliggende akkers: een gevolg van grootschaligheid, het gebruik van pesticiden en intensieve grondbewerking.</p>

<p>&nbsp;</p>

<p>Een aantal komt zelfs bijna uitsluitend nog voor op begraafplaatsen. Voorbeelden zijn Heelbeen, Gladde ereprijs, Ruige klaproos, Kleine wolfsmelk, … Vaak worden ze al decennia lang gevonden op dezelfde locatie. We zouden ze kunnen benoemen onder de gepaste term ‘schoffelflora’.</p>

<p>&nbsp;</p>

<p>Met een stop op het gebruik van pesticiden wordt gezocht naar alternatieve of nieuwe beheermethoden voor begraafplaatsen. Daarbij wordt vaak gedacht aan het inzaaien met een groenbedekker, intensief manueel wieden, of het gebruik van een brander of heet water. Soms worden zo echter onbedoeld de laatste exemplaren van zeldzame flora verwijderd. Vaak gaat het om planten die slechts enkele centimeter hoog worden, en nauwelijks in het oog springen, bijvoorbeeld Muizenstaart of Klein bronkruid. Met heet water of branden wordt ook de ondergrondse zaadbank verschroeid. Onkruidbestrijding kan daarom minder intensief worden ingezet: Kleine plantjes wegbranden is niet nodig, en daarmee worden ook de aanliggende wilde bijennesten bewaard. Als er wordt gebrand, wordt best enkel hoog gebrand. Het is beter om niet tot vlak tegen de grond te branden, alleen wat grotere rozetten, die sterk in het oog springen, kunnen worden aangepakt.</p>

<p>&nbsp;</p>

<p>Er zijn verschillende goede voorbeelden van begraafplaatsen waar gericht wordt geschoffeld om rekening te houden met de natuur. Het vraagt een beetje spierkracht, maar het is een goedkope en gezonde maatregel die bovendien de akkerflora ten goede komt. Zo worden voor de zeldzame Handjesereprijs in Zoutleeuw speciale zones op de begraafplaats ingericht. De plant heeft in maart-april mooie diepblauwe bloemen en wordt zo’n 10 centimeter hoog. Waar hij voorkomt wordt niet aan onkruidbestrijding gedaan en wordt vanaf eind mei geschoffeld. Zo kunnen andere, meer competitieve plantensoorten dit stukje niet overwoekeren. De zones met Handjesereprijs zijn afgebakend met houten paaltjes, en voorzien van een infobord. Zo worden bezoekers op de hoogte gebracht dat dit niet om verwaarlozing gaat, dat op de begraafplaats spontane vegetatie voorkomt en dat deze bijzondere plantensoort op de begraafplaats wordt gekoesterd.</p>

Verschillende wilde planten die vroeger in onze akkers en 'vergeten' rommelige hoekjes voorkwamen, zijn vandaag te vinden op... begraafplaatsen. De zaden bleven van op het boerenland kleven aan de schoenen van de dorpelingen, en belandden zo, tijdens een bezoek, op de begraafplaats. Dankzij regelmatig schoffelen vonden ze er een geschikt biotoop met omgewerkte grond. Ondertussen zijn vele typische soorten akkerflora verdwenen(opent nieuw venster) uit de omliggende akkers: een gevolg van grootschaligheid, het gebruik van pesticiden en intensieve grondbewerking.

Een aantal komt zelfs bijna uitsluitend nog voor op begraafplaatsen. Voorbeelden zijn Heelbeen, Gladde ereprijs, Ruige klaproos, Kleine wolfsmelk, … Vaak worden ze al decennia lang gevonden op dezelfde locatie. We zouden ze kunnen benoemen onder de gepaste term ‘schoffelflora’.

Met een stop op het gebruik van pesticiden wordt gezocht naar alternatieve of nieuwe beheermethoden voor begraafplaatsen. Daarbij wordt vaak gedacht aan het inzaaien met een groenbedekker, intensief manueel wieden, of het gebruik van een brander of heet water. Soms worden zo echter onbedoeld de laatste exemplaren van zeldzame flora verwijderd. Vaak gaat het om planten die slechts enkele centimeter hoog worden, en nauwelijks in het oog springen, bijvoorbeeld Muizenstaart of Klein bronkruid. Met heet water of branden wordt ook de ondergrondse zaadbank verschroeid. Onkruidbestrijding kan daarom minder intensief worden ingezet: Kleine plantjes wegbranden is niet nodig, en daarmee worden ook de aanliggende wilde bijennesten bewaard. Als er wordt gebrand, wordt best enkel hoog gebrand. Het is beter om niet tot vlak tegen de grond te branden, alleen wat grotere rozetten, die sterk in het oog springen, kunnen worden aangepakt.

Er zijn verschillende goede voorbeelden van begraafplaatsen waar gericht wordt geschoffeld om rekening te houden met de natuur. Het vraagt een beetje spierkracht, maar het is een goedkope en gezonde maatregel die bovendien de akkerflora ten goede komt. Zo worden voor de zeldzame Handjesereprijs in Zoutleeuw speciale zones op de begraafplaats ingericht. De plant heeft in maart-april mooie diepblauwe bloemen en wordt zo’n 10 centimeter hoog. Waar hij voorkomt wordt niet aan onkruidbestrijding gedaan en wordt vanaf eind mei geschoffeld. Zo kunnen andere, meer competitieve plantensoorten dit stukje niet overwoekeren. De zones met Handjesereprijs zijn afgebakend met houten paaltjes, en voorzien van een infobord. Zo worden bezoekers op de hoogte gebracht dat dit niet om verwaarlozing gaat, dat op de begraafplaats spontane vegetatie voorkomt en dat deze bijzondere plantensoort op de begraafplaats wordt gekoesterd.