Kenmerken van natuurstreefbeelden water

Dat er verschillende soorten bossen zijn valt wel op. Op zandgrond groeien dennen en berken, op rijkere grond beuken en op natte bodems elzen. Er is droge en vochtige heide en ook graslanden verschillen sterk naarmate de bodem verschilt.
Wat er zich onder de waterspiegel bevindt, zien we niet, dus het verbaast veel mensen dat daar ook veel verschillende natuurtypes te vinden zijn. Stromend en stilstaand is alvast een belangrijk verschil, maar ook zuurtegraad van het water en voedselrijkdom spelen een belangrijke rol.
In de figuur kan je een algemeen watertype verkennen, hieronder staan wat criteria waarop de indeling in watertypes en de hun kwaliteit is gebaseerd.

Verschillende watertypes

De natuurstreefbeelden Water kunnen worden ingedeeld in stilstaande wateren en stromende wateren. De beoordeling van de kwaliteit zal voor de twee groepen verschillen.
Bij stromend water is de structuur van de waterloop van belang, door een meanderende loop zijn er verschillende stroomsnelheden en daardoor ook verschillende bodemsubstraten aanwezig. Waar het water snel stroomt krijg je eerder zand en grind, bij traagstromend water slaat fijner materiaal en slib neer.
Bij stilstaand water is dit van geen belang, maar weegt de vegetatiestructuur wat zwaarder door. In beide gevallen is de helderheid een belangrijk criterium.

Helderheid

Een heldere waterkolom is van belang voor ondergedoken waterplanten. De lichtbehoefte van de ondergedoken vegetaties is relatief hoog en de oppervlakte die ze kunnen innemen wordt in sterke mate bepaald door de mate waarin het licht in de waterkolom kan doordingen.
Een ondergedoken watervegetatie is erg belangrijk voor de biodiversiteit, veel diersoorten leven in deze waterplanten.

Vertroebeling is in vele gevallen een signaal van vergevorderde eutrofiëring. Vandaar dat het criterium ‘doorzicht’ in veel waterhabitats als kwaliteitscriterium.

Doorzicht is echter een indirect criterium, de oorzaak is een teveel aan voedingsstoffen, meestal fosfaten. Dat kan in water makkelijker worden gemeten dan in landecosystemen. Vandaar dat de waarden van stikstof en fosfor in de kwaliteitscriteria worden opgenomen.

Andere criteria

Net als andere natuurstreefbeelden, zal de soortenrijkdom aan planten mee de kwaliteit van het habitat bepalen. Hoeveel van de sleutelsoorten voor het type zijn aanwezig? Hoe rijker de diversiteit aan planten, hoe groter de totale biodiversiteit, blijkt uit onderzoek. 
Sommige habitats kunnen goed tegen waterpeilschommelingen, andere niet. Sommige habitats zijn typisch voor minerale bodems, bij andere is dan weer een dunne sliblaag aanwezig. Ook de zuurtegraad kan sterk verschillen tussen de verschillende types.
Deze criteria maken de diversiteit van de verschillende natuurstreefbeelden.

Deze pagina en interactieve figuur werd mogelijk gemaakt door de financiële steun van het LIFE-programma van de EU(opent nieuw venster) in het kader van het LIFE BNIP-project(opent nieuw venster).