Kwaliteit én minder werk (QD)

In vergelijking met een klassieke vlaksgewijze herbebossing of bebossing, zal de QD-methode slechts op beperkte plaatsen ingrijpen. Bij vlaksgewijze aanplanting of natuurlijke verjonging via schermkap ga je een grotere oppervlakte in één keer behandelen. Niet bij QD. Alle kloempen samen opgeteld, kom je slechts aan 10 tot 15 % van de oppervlakte die wordt behandeld. De andere 85 tot 90 % laten bewust met rust. Goed voor de biodiversiteit van de bosopstand en minder werk tijdens de vestigingsfase. En met hetzelfde resultaat: namelijk een mooi gesloten jong bos, met voldoende toekomstvolle opties.

Hallo?
Minder werk én minstens even veel kwaliteitsbomen als voordien? Hoe zit dat dan?
Kijk eens.

Stel dat je kloempen van Zomereik hebt van 7 meter bij 7 meter en die 18 meter uit elkaar staan. Van rand tot rand zit er dan ongeveer 10 meter tussen. Ga er van uit dat de zijwaartse groei ongeveer de helft bedraagt van de lengtegroei. Groeien jouw jonge eikjes per jaar 50 centimeter in de hoogte, dan groeien zij aan de rand van de kloemp ongeveer 25 cm in de breedte. Vlug doorrekenen, leert ons dat na 20 jaar deze opstand reeds volledig gesloten is. Hierbij even de spontane verjonging in de tussenruimtes buiten beschouwing gelaten ook.

Kijk nu nog verder.
Na 20 tot 25 jaar is jouw gesloten eikenopstand waarschijnlijk toe aan een eerste echte dunning. Dan kies je ineens ook de toekomstbomen. Deze individuen gaan uitgroeien tot bomen met grote, diepe kruinen en met foutvrij kwaliteitshout in de onderstam. Zo krijg je er maar max 30 tot 40 op een hectare. En waar ga je een overgroot deel vinden van die toekomstbomen? Inderdaad, met de 10 tot 15% oppervlakte aan kloempen kom je al heel ver!

Waarom dus nog 100% van de oppervlakte volplanten, als met minder hetzelfde resultaat kan worden behaald?

Kwaliteit én minder werk met QD

In vergelijking met een klassieke vlaksgewijze herbebossing of bebossing zal de QD-methode slechts op beperkte plaatsen ingrijpen. Alle kloempen samen opgeteld, kom je slechts aan 10 tot 15 % van de oppervlakte die wordt behandeld. De andere 85 tot 90 % laten we bewust met rust. Goed voor de biodiversiteit en minder werk tijdens de vestigingsfase. En met hetzelfde resultaat: namelijk een mooi gesloten jong bos, met voldoende toekomstvolle opties.