Kwartair zand en keitjes

De Leie heeft zich gedurende de ijstijden doorheen de bovenste tertiaire afzettingen (silt en klei) een diep dal uitgesleten, dat later opgevuld geraakte met grove zanden en keitjes. Deze kwartaire laag bereikt ter hoogte van de Zeverenbeek iets meer dan 10 meter dikte. In de valleitjes is vervolgens veen ontwikkelt dat op de meeste plaatsen recent (de laatste eeuwen) is afgedekt met lemige en kleiige recente sedimenten ten gevolge van overstromingen.

Ter hoogte van de Zeverenbeek, werd het veen niet afgedekt en ligt het dus nog aan het oppervlak. Het quartair is hier dus veruit de belangrijkste watervoerende laag. De niveauverschillen zijn niet van grote betekenis; vandaar dat er nauwelijks sprake is van kwel, hoogstens van wat zijdelings toestromend grondwater. Uit metingen in piëzometersnesten in het gebied, kon alvast geen opwaartse grondwaterstroming worden gemeten.