Lelietje-der-dalen

Van nature groeit Lelietje-van-dalen of Meiklokje vooral in de halfschaduw in loofbos op vrij droge, tamelijk zure leem- of zandbodem.  De soort wordt omwille van de geur ook vaak aangeplant.

Als je deze soort wil gebruiken als indicator van het natuurstreefbeeld Eiken-Beukenbossen op zure bodems (9120) moet je dus zeker zijn dat hij niet is aangeplant.

Net zoals bij vele andere bosplanten kan Lelietje-van-dalen grote groepen vormen. Dit doet hij met zijn ondergrondse, witte, vertakkende wortelstok. Op het uiteinden van deze wortelstok komen de bovengrondse spruiten. Uit deze spruiten komen meestal 2 bladeren, soms 3, en een bloemsteel met een tros van de gekende witte klokjes.