Dood hout: dik en liggend

Net zoals er verschillen zijn tussen levende bomen zijn er ook ecologische verschillen tussen dood hout. Via een goed bosbeheer zorg je niet enkel voor voldoende dood hout (zijnde 4 % en streven naar 10%), maar zorg je ook voor een variatie tussen liggend en staand, dik en dun.

Dun dood hout zoals takjes is er vaak voldoende maar zet geen zoden aan de dijk. Ze verteren te snel of drogen snel uit om veel leven te bevatten. Daarom verdient dik dood hout extra aandacht, het wordt te vaak opgeruimd. Bij natuurstreefbeelden is minstens 1 dikke dode boom (zelfde diameter of dikker dan levende bomen) per hectare aanwezig en streef je best naar meer: 3 of meer dikke exemplaren per hectare.