De Grote weerschijnvlinder

De Grote weerschijnvlinder komt voor in vochtige loofbossen. De wijfjes zetten de eitjes gewoonlijk ’s middags afzonderlijk af aan de bovenkant van beschaduwde bladeren van Boswilg, vooral op plaatsen met een hoge luchtvochtigheid. Aangezien de Grote weerschijnvlinder een soort is van vochtige en open bossen met wilgen, zijn een voldoende hoge waterstand en open plekken in loofbossen belangrijke aspecten voor het behoud van de soort. In bossen met de Grote weerschijnvlinder kunnen best geen nestkasten voor kleine zangvogels zoals mezen gehangen worden om te grote predatie op de rupsen te vermijden.