Waterkwaliteit: helderheid en nutriënten

In deze video gaan we eens kijken waarom sommige wateren troebel zijn en andere helder.

Van sommige wateren kan je tot je verbazing de bodem zien. Wat we normaler vinden is min of meer troebel water. Parkvijvers, rivieren, beken en visputten laten zelden hun bodem zien. Toch zou van nature al dat water kraakhelder moeten zijn.

Helder en troebel water hebben elk hun eigen evenwicht, ze houden zichzelf in stand. Natuurbeheerders willen echter helder water, met veel ondergedoken onderwaterplanten en bijhorend dierenleven. Kan je een troebele situatie omzetten naar een heldere?

Laten we eerst de natuurlijke situatie bekijken. Bijna al het water heeft wel een bepaalde troebelheid of kleur, veroorzaakt door zwevende deeltjes, humuszuren, eencellige algen en bacteriën. Soms is het water wat groen, soms geel tot bruin. Eencellige algen, ook fytoplankton genoemd, zijn alomtegenwoordig en dikwijls ook heel mooi van vorm!

Helder water is een voorwaarde om ondergedoken waterplanten zoals aarvederkruid, hoornblad en kranswieren goed te laten ontwikkelen. In die waterplanten kunnen watervlooien schuilen tegen predatie door vissen. 's Nachts zwemmen die watervlooien echter rond om in de waterkolom te grazen, ze filteren zwemmmend algen en bacteriën uit het water. Sommige soorten zijn daarin zo effectief dat er nauwelijks algen overblijven.

Door het relatief heldere water, kunnen ondergedoken waterplanten goed groeien. Het water tussen het plantentapijt staat stil, waardoor fijne slib- en kleideeltjes kunnen bezinken. Ook halen de planten extra fosfaat en nitraat uit het water, en gaan daarmee in concurrentie met de algen. Sommige waterplanten maken ook anti-algenstoffen aan. Krabbenscheer en kranswieren staat daarom gekend. Zo wordt het water nog helderder.

Vis zou kunnen een probleem zijn in helder water. Vissen eten namelijk veel watervlooien, woelen de bodem om en brengen door hun uitwerpselen veel fosfaat in de waterkolom. In een helder systeem zijn er echter veel mechanismen die vissen verhinderen het water troebel te maken. Ten eerste zijn er de viseters. Snoeken zijn bijzonder efficiente jagers, die goed gecamoufleerd tussen de waterplanten planktonetende vissen bejagen. Ze doen dat op het zicht, dus helder water is wel een voorwaarde. Ook aalscholvers halen de visstand voldoende naar beneden om het water helder te houden, bovendien nemen ze de vis mee uit het water, wat heel wat fosfaten uit het systeem onttrekt.

Het gevolg is dat het systeem zichzelf in stand houdt. Helder water met veel waterplanten, een lage visstand maar heel veel andere dier- en plantensoorten.

Dit systeem kan op verschillende manieren ontwricht worden. De belangrijkste negatieve verstoring is eutrofiëring, of verrijking door nitraat en fosfaat. Let wel, ook in heldere systemen is een tijdelijke troebelheid normaal. Gedurende de winter is er geen plantengroei geweest, dus heeft zich fosfaat en nitraat kunnen opstapelen in het water. Bij de eerste warme dagen zijn de eerste die hiervan kunnen profiteren de eencellige algen. Die planten zich immers razendsnel voort. Maar normaal gezien nemen de watervlooien en waterplanten het systeem snel weer over waardoor het terug helder wordt

Als er echter teveel fosfaten zich opgestapeld hebben, bijvoorbeeld door een overstroming met een vervuilde beek, kunnen de algen de watervlooien de baas. Ze planten zich te snel voort, de watervlooien kunnen zich ook wel snel voortplanten, maar niet zo snel als algen in dat soort omstandigheden.
De diepte waar planten nog kunnen groeien is ongeveer het dubbele van de zichtdiepte, als het water troebel wordt en het water is te diep, krijgen de ondergedoken planten het moeilijk. Fosfaat geeft bovendien niet enkel extra zwevende algen, maar ook aangroeisel op de planten, dat aangroeisel kan 80% van het licht wegnemen voor de bladeren.

Kortom, de ondergedoken planten sterven stilaan af. Er is nu geen tapijt meer dat de bodemdeeltjes wegvangt, en ook de camouflage voor de snoek valt weg. Door de beperkte zichtbaarheid is die niet meer in staat de visstand onder controle te houden, en de planktonetende vissen en bodemwoelers nemen in aantal toe, ook omdat er tijdelijk zoveel watervlooien zijn. De meest beruchte vis op dat vlak is de Brasem. Die heeft een fijne kieuwboogfilter, waarmee hij zowel water als modder filtert voor wormpjes en andere diertjes vanaf 1 millimeter.
Dat zal niet enkel de grotere watervlooien uit het systeem halen, maar ook het slib van de bodem telkens weer vermengen met de waterkolom. Die wordt daardoor veel troebeler en bovendien rijker aan fosfaat.

Het wegvangen van de watervlooien en het extra fosfaat stimuleren de groei van eencellige algen waardoor het water nog troebeler wordt. Hierdoor verdwijnen de ondergedoken waterplanten helemaal. Ook watervlooien krijgen het moeilijk, er zijn nergens schuilmogelijkheden en de cyanobacteriën, die goed groeien in dat soort omstandigheden, produceren giftige stoffen voor watervlooien.

We zitten nu in het troebele evenwicht, dat moeilijk kan doorbroken worden. Enkel als de visstand catastrofaal daalt en fosfaten uit het systeem verdwijnen, is een herstel van het heldere evenwicht mogelijk. Dat kan door een tijdelijke droogval of een langdurige bevriezing tot op de bodem.

Beheerders hebben in zo'n geval niet zoveel keuze. Het toevoegen van snoek zal er enkel toe leiden dat de dieren door honger sterven, en waterplanten aanplanten op de bodem zal evenmin effect hebben door de troebelheid. Als het probleem niet te erg is, kan soms gersterstro helpen, maar meestal is het verwijderen van het grootste deel van de visstand noodzakelijk om het slib te laten neerslaan en de watervlooien terug kansen te geven. Pas als het water wat helderder wordt en de bodem bedekt is met planten kan snoek en witvis worden toegevoegd. Als dat niet helpt is de vijver droogleggen en het slib (en daarmee de meeste fosfaten) afvoeren de boodschap.

Helderheid

Helder water betekent licht voor ondergedoken waterplanten. Ondergedoken waterplanten geven voedsel, beschutting en zuurstof aan waterdieren. Troebel water leidt tot zuurstoftekort en een verarmde biodiversiteit. De eerste indruk van een poel of vijver valt of staat met deze eigenschap: helder water met veel ondergedoken waterplanten of troebel water anderzijds, eventueel bedekt met eendenkroos of andere drijvende waterplanten. Troebelheid kan veroorzaakt worden door twee zaken: algen en/of opgewoeld materiaal. Algen zijn steeds aanwezig. Ze geven het water een groene of bruine, bruingele schijn. Ze kunnen echter het water troebel maken als de dichtheid te hoog is. De oorzaak is dan een teveel aan opgeloste fosfaten. Dat kan tijdelijk zijn, tijdens de winter bouwt zich een fosfaatreserve op in het water, waar de algen bij de eerste warme dagen tijdelijk van profiteren. Het water vertroebelt dan tijdelijk in het voorjaar. Als er echt teveel voedingsstoffen aanwezig zijn, is het water permanent troebel. Ook als vee, vissen, watervogels of stroming de bodem opwoelen, is het water soms permanent troebel.
Troebel water en helder water vormen twee kanten van een balans en ze vormen elk een vrij stabiel evenwicht. Helder water heeft veel waterplanten, die ook voedingsstoffen opnemen. Bovendien zullen watervlooien nog eens extra veel algen uit het water filteren. Eventuele vissen die watervlooien eten (planktivore vis) en vissen die bodemdieren eten en dus de bodem sterk opwoelen (bentivore vis) zullen door snoeken efficiënt worden bejaagd, waardoor de populatieniveaus laag zijn. Hierdoor krijgen algen geen kans en blijft het water helder. Bij afwezigheid van snoeken (maar wel andere vissoorten aanwezig) of een te hoge voedselrijkdom van het water, zullen de algen kunnen overheersen. De watervlooien worden massaal opgegeten door planktivore vissen en de bentivoren woelen de bodem op. Ondergedoken waterplanten sterven af door lichtgebrek en het systeem stort in. We zitten nu in een troebel evenwicht van geëutrofieerd water met bodemwoelers.
Het troebele en heldere evenwicht (inverde/rollin)

Richtwaarden van fosfor en stikstof

Je kan natuurlijk zelf wel zien of water troebel of helder is, maar als beheerder kan het interessant zijn ook de chemische samenstelling van je water te kunnen inschatten. Onderstaande tabel geeft enkele waarden (gebaseerd op "RIVM rapport 703715005/2002 Watertypegerichte normstelling voor nutriënten in oppervlaktewater" "https://navigator.emis.vito.be/mijn-navigator?woId=10071(opent nieuw venster)" en "https://www.vmm.be/water/kwaliteit-waterlopen/chemie/nutrienten(opent nieuw venster)"

Zelf opzoeken?

Als je erg enthousiast bent, zou je kunnen de waterkwaliteit bekijken van een beek in je buurt. Dat kan via het Geoloket VMM(opent nieuw venster). 1. Zoom in op je regio en versleep de zone via het deelvenster rechts onderaan. 2. Vink enkel "oppervlaktewater" en in dit geval Fysicochemie aan. 3. Klik op het gewenste meetpunt en kies "analyseresultaten meetplaats". 4. Vervolgens wordt het jaar gevraagd waarvan je de metingen wil zien, selecteer en klik helemaal onderaan op OK. Voor de beek langs mijn huis geeft dit een waarde van 0.124 mgP/l en 0.22 mg NH+/l (ammoniakale stikstof) op 13/01/2015. Niet heel slecht, maar het kan beter. Ik zou toch niet graag zien gebeuren dat deze beek in mijn vijver stroomt, want daar wil ik een fosforgehalte lager dan 0.05 mgP/l behouden (zie tabel), dat scheelt hem 2,5 keer in fosforgehalte.