Soortenbeschermingsprogramma voor de grauwe klauwier (Lanius collurio)

Op 11 december 2017 stelde minister Schauvliege het soortenbeschermingsprogramma voor de Grauwe klauwier vast. Een soortenbeschermingsprogramma wordt door de minister vastgesteld en heeft een looptijd van 5 jaar. Daarna kan het op basis van een evaluatie worden verdergezet, al dan niet met de nodige aanpassingen. Een vastgesteld soortenbeschermingsprogramma is dus een officieel document en niet vrijblijvend. De gemaakte afspraken binnen zo’n programma zijn beslist beleid en dus bindend.

De grauwe klauwier is een forse, langgerekte zangvogel met zware snavel en lange staart. Het mannetje heeft een asgrijze kop met zwart masker en witte keel. De soort is vooral berucht voor het spiesen van zijn prooien (grote insecten, muizen, hagedissen en kleine vogels) op doornstruiken of prikkeldraad om die dan later op te eten.

Grauwe klauwieren broeden in kleinschalige, gevarieerde, halfopen tot open cultuurlandschappen met een rijke flora en fauna waar structuurrijke vegetaties van doornstruwelen, bosjes en alleenstaande struiken domineren. Bloemrijke hooilanden met veel doornhagen behoren in Vlaanderen tot de belangrijkste broedbiotopen. Als nestplaats dienen brede, dichte doornstruiken. ’s Winters vertoeven onze klauwieren in zuidelijk Afrika.

In Vlaanderen kende de grauwe klauwier de voorbije decennia een sterke afname. Een laatste, kleine populatie in Noordoost-Limburg hield stand tot eind jaren negentig. Na enkele jaren van afwezigheid liet het Vlaamse broedbestand in recente jaren een licht herstel optekenen, vooral in de provincie Limburg. Ondanks een omvangrijke populatie in Wallonië zijn de toekomstperspectieven voor een duurzaam herstel in Vlaanderen niet bijzonder gunstig.

Om dat te veranderen voorziet het SBP grauwe klauwier tal van gerichte acties en maatregelen. Een belangrijk onderdeel van het SBP betreft het gericht beheren van bestaand en realiseren van bijkomend leefgebied voor de soort. Dit zal hoofdzakelijk binnen Speciale Beschermingszones van het Natura 2000-netwerk gebeuren. Daarnaast zal het SBP ontsnipperingsmaatregelen nemen en verbindingen tussen (sub)populaties inrichten zodat ook de populaties prooidieren kunnen aangroeien. Zo wordt de aanleg van 40 kilometer nieuwe houtkanten voorzien, waarvan ongetwijfeld ook vele andere soorten zullen profiteren.

Voor de uitvoering van het SBP grauwe klauwier in de komende 5 jaar wordt een extra budget van 327.620 euro uitgetrokken.

Het Agentschap voor Natuur en Bos coördineert de uitvoering van het SBP en werkt daarvoor nauw samen met de verschillende betrokken actoren.