Bouwen aan groenexpertise

Gele helmbloem

Pseudofumaria lutea

Hoogte plant

Minimaal:
15cm
Maximaal
30cm

Licht

Min:
lichte schaduw
Max:
volle zon

Bloeiperiode

Vanaf:
mei
Tot:
oktober

Vocht

Min:
droog
Max:
vochtig

Bloemkleur

geel

Bestuiving

bijen, hommels e.a.
Areaal:

Gele helmbloem kwam oorspronkelijk enkel voor in de zuidelijke delen van de Alpen. De soort werd in West-Europa geïntroduceerd als sierplant en is er op vele plaatsen ingeburgerd.

Verspreiding in Vlaanderen:

Gele helmbloem is in Vlaanderen vrij zeldzaam. Enkel in de Leemstreek is de soort iets algemener. Plaatselijk kan ze in een aantal steden iets talrijker zijn (onder andere Brugge, Gent, Antwerpen en Leuven). Recent, intensief inventarisatiewerk in Brussel leverde talrijke vindplaatsen op. Vaak is het onderscheid tussen spontane groeiplaatsen en aanplantingen niet duidelijk. Of de plant sterk vooruitgaat in Vlaan-deren of gewoon meer genoteerd wordt dan vroeger is niet ge-heel duidelijk.

Legende: vierkant 1939-1971, stip 1972-2004:
Verspreidingskaart
Zaadbank:
geen informatie beschikbaar.
Kiemperiode:
vanaf Voorjaar
Gebruik:
siergewassen
Bladseizoen:
zomergroen
Levensvorm:
hemicryptofyt
Mycorrhizen:
25% of minder waarnemingen bevatten mycorrhizen
Geslachtsverdeling:
tweeslachtig
Jarigheid:
meerjarig
Vruchttype:
doosvrucht
Vruchtkleur:
onopvallend
Verbreidingswijze:
mieren
Verbreidingsstrategie:
seizonale verjonging met behulp van zaden (twijfelachtig)
Indigeniteit:
neofyt
Herkomst:
oorspronkelijk inheems
Levensstrategie volgens Grime:
CSR
Grime-competitiewaarde:
3.33
Grime-stresswaarde:
3.33
Grime-ruderaliteitswaarde:
3.33
Ellenberg licht:
tussen half-schaduwplanten en half-lichtplanten
Ellenberg vocht:
indicator van matig vochtige tot vochtige standplaatsen
Ellenberg pH:
base- en kalkindicator, steeds op kalkrijke bodem
Ellenberg voedselrijkdom:
matig stikstofrijke bodems
Ecologische amplitude:
smalle amplitude
Gebondenheid aan grondwater:
afreatofyt

Gele helmbloem groeit vooral in voegen van muren en tussen plaveisel aan de voet van muren. De soort geeft de voorkeur aan oude muren. Ze groeit vaak samen met soorten als muurvaren en muurleeuwenbek. In haar natuurlijke verspreidingsgebied groeit de soort op kalkrijke rotsen.

Habitatrichtlijn 2:
Nee
Habitatrichtlijn 4:
Nee
Beschermd:
Nee
Sieber codes:
BR2
ST2
SV1
SV2
SV3
# planten per m²:
6
Aanplanten:
In groepen van 3 tot 10
Rode lijst:
criteria niet van toepassing
Zeldzaamheid KFK-klasse:
228-353 kwartierhokken
In samenwerking met:
Auteur atlasteksten:
Wouter Van Landuyt
Referenties
  • Van Landuyt W., Hoste I., Vanhecke L., Van den Bremt P. Vercruysse W. & De Beer D. (red.) 2006. Atlas van de Flora van Vlaanderen en het Brussels gewest. Nationale Plantentuin en het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek i.s.m. Flo.Wer vzw.

Cursussen bij Inverde

Boeken