Boksdoorn is een invasieve exoot. Het is een lage, onbehaarde struik met boogvormig overhangende takken en langwerpige bladeren met gesteelde bloemen in hun oksels. De kelk is klokvormig en onregelmatig verdeeld in slippen, en de kroon is lichtpaars en trechtervormig. De vrucht is een vuurrode, sappige bes. Boksdoorn groeit goed op droog, kalkrijk zand en is geschikt als doornhaag tegen erosie. Deze overzichtelijke herkenningsfiche geeft ook tips om het te herkennen ten opzichte van gelijkende soorten.
Boksdoorn komt oorspronkelijk uit China. De soort is echter in grote delen van Europa verwilderd vanuit aanplantingen.
Boksdoorn is in Vlaanderen vooral aan de kust ingeburgerd vanuit soms massale aanplantingen (onder andere in De Haan). Ook in de omgeving van Brussel en in Wallonië (onder meer in de valleien van Samber en Maas) is de soort plaatselijk ingeburgerd. Boksdoorn is de reeds lange tijd aanwezig in Vlaanderen, maar behalve aan kust lijkt de soort geen spectaculaire uitbreiding te kennen. Behalve Lycium barbarum werd in Vlaanderen ook al Lycium chinense opgemerkt, maar deze soort zou hier nog nergens ingeburgerd zijn. In Groot-Brittannië komen de beide soorten ingeburgerd voor en worden ze vaak verkeerd gedetermineerd PRESTON et al. 2002. Ook in verschillende andere Europese landen is Lycium chinense lokaal ingeburgerd.
Actuele verspreiding: http://waarnemingen.be/species/7019/maps(opent nieuw venster)
Boksdoorn is een tamelijk lage, onbehaarde, grijsachtige, min of meer doornige struik met lange, dunne, vaak boogvormig overhangende takken. Hij bloeit in de voorzomer en de zomer. De langwerpige, gaafrandige bladeren dragen in hun oksels gesteelde, vaak iets overhangende bloemen, die alleen of met twee tot vier bijeen staan. De klokvormige kelk is onregelmatig in drie tot vijf slippen verdeeld. De bruinachtig lichtpaarse kroon is trechtervormig en voor minder dan de helft gespleten. In de kroonbuis bevindt zich een haarkrans, en op dezelfde hoogte vertonen ook de helmdraden een dichte beharing. De meeldraden, die iets onder de haarring op de kroonbuis staan ingeplant, steken evenals de stijl buiten de bloemkroon uit. De vrucht is een vuurrode, langwerpige, sappige, veelzadige bes. De plant is min of meer giftig.
Boksdoorn, afkomstig uit China, is in de 18de eeuw in Europa ingevoerd en later ook in Noord-Amerika. In warmere streken schijnt hij gemakkelijk te verwilderen. Boksdoorn is een pionier: een struik met een grote lichtbehoefte, die het best groeit op droog, kalk- en voedselrijk, humusarm zand. Met zijn sterke wortelopslag en zijn takdorens is hij geschikt als doornhaag in milieus waar verstuiving of erosie plaatsvindt, bijvoorbeeld ook als vastlegger van steile taluds. In Nederland is deze struik voornamelijk uit de duinen bekend, waar hij zich na aanplanting goed handhaaft, maar zich niet of nauwelijks door zaad lijkt voort te planten. In het binnenland houdt hij slechts op weinig plekken stand.
© E.J. Weeda, Nederlandse Oecologische flora, IVN, 1988 (deel 3)
Boksdoorn wordt in Vlaanderen vooral aangetroffen op droge, voedselarme, basische zandbodems in de Duinen. Dat is echter ook het milieu waar de soort het meest is aangeplant. Hij komt ook sporadisch voor in het binnenland.
Ga op zoek naar één of meerdere bomen die voldoen aan jouw criteria.
Wat weet jij over natuur, natuurbeheer en -beleid? Een overzicht van onze populairste testen.