Waterkwaliteit: zuurtegraad

Zuurtegraad en hardheid

Weerom twee metingen die je niet hoeft te doen als alles er prima uitziet (helder, veel planten, rijk dierenleven), maar als er een probleem is, zou het wel eens aan de zuurtegraad (pH) kunnen liggen. De hardheid de mate van water is een maat voor de aanwezigheid van magnesium- en calciumcarbonaat, dat laatste is kalk. Hoe harder het water, hoe minder zuur. Zuur heeft natuurlijk niet enkel met het ontbreken van kalk te maken, stoffen die verzuren zijn bijvoorbeeld humuszuren (uit de bodem), zwavelzuur (zwaveloxides in uitlaatgassen, vooral vroeger), salpeterzuur (stikstofoxides in uitlaatgassen), ammoniak (is geen zuur, maar verzuurt de bodem na omzetting door bacteriën). Ook bepaalde planten kunnen water verzuren, zoals veenmossen. In veel gevallen worden die zuren of zuurvormende stoffen geneutraliseerd door bufferende stoffen. Dat kunnen nutriënten zijn of kalk. Die ontbreken echter in regenwater gevoede systemen zoals vennen, waardoor de pH snel kan dalen (zie ook het hoofdstuk over heide)
Meten van de pH of zuurtegraad van het water (Vilda/Rollin Verlinde)
Een te hoge zuurtegraad verhindert plantengroei, slakken en mossels kunnen geen huisje meer aanmaken, eieren van amfibieën beschimmelen… Als de zuurtegraad nog verder zakt begint aluminium uit de bodem op te lossen, wat toxisch is voor de meeste plantensoorten. Er zijn nauwelijks soorten die dat verdragen. Enkel soorten van schrale zandgrond kunnen daar in bepaalde mate mee om zoals Struikhei.

Enkele termen in dit verband