Natte en droge graslanden en hun fase

Natte en droge graslanden en hun fase

De kruiden aanwezig in graslanden van fase 3, 4 of 5 zijn vaak indicatief voor de vochtigheid. Zo is Muizenoor een soort van droge graslanden en Dotterbloem een van natte graslanden. Naast de fase kan je ook het type van een grasland bepalen. Dit is moeilijker dan de fase want er zijn veel meer types dan fases. Om het type te bepalen heb je meer soorten nodig en dus ook een grotere kennis van plantensoorten. Dit kan vanaf fase 3, maar dan is het vaak nog niet duidelijk (omdat er nog te weinig soorten staan). Vanaf fase 4 zijn er normaal wel voldoende soorten voor het type te bepalen. Het bepalen van het type is nodig omdat het maaitijdstip verschilt tussen de types. De algemene maaitijdstippen van fase 4 en 5 worden dan aangepast aan het type en de aanwezige (zeldzame) soorten. Hieronder vind je een tabel die je een indicatie geeft van de vochtigheid van je grasland aan de hand van de aanwezige soorten. Wil je de graslandtypes van Vlaanderen leren kennen klik dan rechtsboven op "ontdek de graslandtypes van Vlaanderen".

Soorten per fase en volgens vochtigheid