Klimaatadaptatie in natuur en natuurbeheer

Met klimaatadaptieve maatregelen verminderen we de negatieve gevolgen van klimaatverandering. Deze klimaatadaptieve maatregelen kunnen echter enkel milde vormen van klimaatverandering opvangen. Een snelle reductie van de uitstoot aan CO2 blijft de meeest noodzakelijke actie. De belangrijkste principes van klimaatadaptief natuurbeheer kunnen we samenvatten in 4 pijlers.

Pijler 1 Robuuste natuur:

  • Vergroot de oppervlakte van natuurkernen zodat we grotere populaties krijgen en meer habitatdiversiteit hebben welke meer kans hebben een zware verstoringen te overleven.
  • Buffer kwetsbare natuur zodat de invloed van externe milieudrukken verkleint.
  • Bevorder klimaatgedreven soortenverspreiding, zorg voor goede verbindingen tussen natuurgebieden.
Structuurrijke grote boscomplexen zijn beter bestand tegen klimaatverandering dan kleine structuurarme bossen.

Pijler 2 Goede milieuomstandigheden:

  • Beheer de waterhuishouding zodat we een juiste grondwaterstand krijgen voor natuur en verdroging kunnen voorkomen.
  • Verminder drukken als vermesting, verzuring en verzilting.
  • Bescherm de bodem zodat deze beter vocht kan vasthouden, beter gebufferd is tegen verzuring en beperk bodemverdichting.
  • Verhinder de vestiging van schadelijke soorten.

Pijler 3 Gevarieerde ecosystemen:

  • Streef naar soortenvariatie zodat de ecosystemen beter kunnen omgaan met veranderingen, verstoringen.
  • Verhoog de genetische diversiteit zodat populaties beter kunnen omgaan met klimaatveranderingen.
  • Creëer maximale structuurvariatie voor een hoge biodiversiteit.
  • Speel in op spontane processen voor horizontale en verticale structuurvariatie.
  • Behoud gebufferd microklimaat zodat soorten kunnen schuilen voor extreme hitte en droogte.

Pijler 4 Voorkom natuurrampen of milder hun impact

  • Probeer grote natuurbranden te voorkomen door verdroogde gebieden terug te vernatten en brandgevoelige gebieden brandveiliger te maken.
  • Probeer bossen te beschermen tegen zware stromschade.
  • Richt gebieden in zodat we grote overstromingen vermijden.
  • Volg plagen en ziektes goed op zodat we snel kunnen ingrijpen om de effecten te milderen.

Hoe ga ik aan de slag met klimaatadaptief natuurbeheer?

Als eerste stap kan je best nagaan hoe gevoelig een gebied is voor klimaatverandering. Om dit na te gaan werd een scoresysteem uitgewerkt voor 4 verschillende landschaptypes zijnde grasland, heide, moeras en open water en bos.

Nadat je weet hoe gevoelig je gebied is voor klimaatverandering kan je opzoeken welke beheermaatregelen je kan treffen. Om je hierbij te helpen werd een beheermaatregelentabel gemaakt die aangeeft welke maatregelen je kan nemen om bepaalde effecten van klimaatverandering te milderen.

Meer lezen over klimaatadaptatiemaatregelen kan in deze 4 rapporten.

Klimaatadaptief Natuurbeheer, Het boslandschap

Deze studie gaat na wat een beheerder in bossen kan doen om de effecten van klimaatverandering beter op te vangen.

Klimaatadaptief natuurbeheer, het landschap van graslanden.

Deze studie gaat na wat een beheerder in graslanden kan doen om de effecten van klimaatverandering beter op te vangen.

Bijlage 1 'graslandschap ecosysteemdiensten' en bijlage 2 'graslandschap omslagplunten globaal' bij het rapport over klimaatadaptief natuurbeheer, het landschap van graslanden.

Klimaatadaptief Natuurbeheer, het heidelandschap

Deze studie gaat na wat een beheerder in de heide kan doen om de effecten van klimaatverandering beter op te vangen.

Klimaatadaptief natuurbeheer, het landschap van moerassen en open wateren

Deze studie gaat na wat een beheerder in moerassen en waters kan doen om de effecten van klimaatverandering beter op te vangen.

Bijlage 1 'moeraslandschap ecosysteemdiensten' en bijlage 2  'moeraslandschap omslagpunten globaal' bij het rapport klimaatadaptief natuurbeheer, het landschap van moerassen en open wateren.