Kenmerken van de vochtige ruigte

Vochtige ruigtes kunnen prachtige bloemrijke biotopen zijn vol met insecten en ander leven. In de tekening hieronder van de moerasspirearuigte (6430_hf) kan je typische soorten en kenmerken van vochtige ruigtes ontdekken.

Om na te gaan of een vochtige ruigte in goede staat is kijken we naar: 

  • het aantal en de bedekking van kenmerkende soorten zoals Moesdistel, Moerasspirea, Harig wilgenroosje en nog vele andere.  
  • de hoeveelheid grassen, een vochtige ruigte mag niet te veel gras hebben maar moet veel forse bloeiende ruigtekruiden bevatten.  
  • de bedekking van verruigings- en ruderaliseringsindicatoren moet voldoende laag zijn. Het lijkt misschien raar dat er in een ruigte niet te veel verruigingsindicatoren aanwezig mogen zijn maar daarmee bedoelen we soorten die duiden op verdroging en vermesting. Voorbeelden van zulke negatieve indicatoren zijn Grote brandnetel, Braam en Liesgras. Voorbeelden van ruderaliseringsindicatoren zijn Akkerdistel, Kruldistel en Kweek.  
  • een laag aantal bomen en struiken. Verbossing van een ruigte duidt op te extensief beheer. Wanneer we ruigtes niet om de paar jaar maaien zullen ze verbossen en zal de ruigte verdwijnen.   
  • de afwezigheid van invasieve exoten. Een vochtige ruigte is vrij gevoelig aan invasieve exoten zoals Reuzenbalsemien, Japanse of andere invasieve duizendknopen, Reuzenberenklauw en andere. Dit komt deels door het beheer dat bestaat uit 1 keer maaien om de 2 tot 5 jaar. Dit is een beheer dat vele van deze exoten graag hebben. De locaties met invasieve exoten moet je dus intensiever beheren dan de rest van de ruigte. 
  • de aanwezigheid van waterdynamiek. Goede vochtige tot natte ruigtes staan onder invloed van overstromingen. Dit kan via oppervlaktewater van beken of rivieren of via het grondwater. De aanwezigheid van kale bodem of pionierssoorten duidt op deze goede dynamiek.     

This page and interactive drawing received financial support from the EU-life programme(opent nieuw venster) more specifically from the LIFE Green Valley project.(opent nieuw venster)